De provincie Overijssel vindt dat het ministerie van Economische Zaken te makkelijk omgevingsvergunningen verleent voor aardwarmte op tuinbouwbedrijven. De provincie wil in hoger beroep aan de rechter vragen hier uitspraak over te doen.
Volgens Overijssel wordt bij vergunningverlening alleen gekeken naar de mijnbouwactiviteiten los van het glastuinbouwbedrijf, terwijl voor een juiste afweging beide zaken gezamenlijk moeten worden bekeken. De provincie vindt een gerechtelijke uitspraak nodig omdat meer aardwarmtebronnen bij tuinbouwbedrijven gepland zijn, waarbij steeds een zelfde discussie zal gaan spelen.
Luttelgeest
Aanleiding voor het beroep is een bezwaar van Overijssel op de omgevingsvergunning voor de aardwarmteboring in Luttelgeest. “Deze casus gaat over een grote paprikakwekerij, die voor een deel van haar warmtebehoefte een geothermische installatie wil inzetten. Stookinstallaties op aardgas blijven aanwezig om in de resterende warmtevraag te voorzien”, schrijft de provincie. Overijssel zegt toe te juichen dat geothermie wordt ingezet als alternatief voor aardgas. De installatie in Luttelgeest ligt echter dichtbij een natuurgebied op Overijssels grondgebied (Weerribben). Daarom moet in deze vergunningsprocedure getoetst worden of er een vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming nodig is, stelt de provincie. “Daarbij moet het hele bedrijf (kwekerij plus geothermische installatie) getoetst worden. In dit geval is enkel emissie vanuit de geothermische installatie in de toetsing meegenomen. De toetsing is naar onze mening daarom onvolledig gebeurd.”
Tot 5 miljoen kuub gas
Zo vreest de provincie stikstofemissie naar het natuurgebied door het affakkelen van eventueel mee opgepompt aardgas uit de aardwarmtebron van heet water. Die onbedoelde gaswinning kan 5 miljoen kuub per jaar bedragen, berekent Overijssel.
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/