De veredelingssector kijkt reikhalzend uit naar een verwachte spoedige uitspraak van het Europese Hof van Justitie over nieuwe veredelingstechnieken.
Die uitspraak kan bepalend zijn welke innovatieve methoden Nederlandse veredelaars kunnen gebruiken om hun positie op de wereldmarkt te behouden. De meest in het oog springende methode is Crispr-Cas. Dat is een methode om heel gericht genen uit of aan te zetten in de DNA van een plant. Bij Keygene in Wageningen wordt de techniek experimenteel gebruikt om tomatenrassen te ontwikkelen.
Beladen dossier
In het Financieele Dagblad zegt Justus Wesseler, hoogleraar landbouweconomie en plattelandsbeleid bij Wageningen University & Research dat er binnen Europa nog altijd verschillende opvattingen bestaan, waardoor een besluit van het Hof deze zomer wel eens tot uitstel kan leiden.
Het dossier is nog altijd erg gevoelig. Behalve milieu-organisaties heeft ook een groep Franse boeren de rechtszaak aangespannen.
Eerder liet de advocaat-generaal van het Hof in een advies weten dat lidstaten zelf moeten kunnen bepalen of ze de DNA-techniek toelaten. In Nederland lijkt er politiek draagvlak om de nieuwe technieken niet als genetische modificatie te zien.
‘Niet afhankelijk van één techniek’
Jaap Mazereeuw, directeur van Enza Zaden, hoopt op een breed werkende uitspraak van het Hof. “Er worden door allerlei partijen technieken ontwikkeld die veel op elkaar lijken. Het zou zonde zijn als wij voor onze licenties straks afhankelijk zijn van één partij, omdat die toevallig wettelijk is toegestaan, terwijl andere methoden die net zo goed zijn nog niet zijn toegestaan.”
Voor Enza Zaden is maatschappelijk draagvlak van de methoden een belangrijke voorwaarde om het in Nederland te introduceren. Bedrijven als Enza Zaden en Keygene hebben buitenlandse vestigingen waar de techniek vervolgens wel kan worden toegepast.