Het huidige verdienmodel in de landbouw werkt niet meer. Dat constateert Georges van Keerberghen, lid van het hoofdbestuur van de Boerenbond, de Vlaamse belangenbehartiger voor agrariërs. Hij onderhandelt met supermarkten en handel over een betere ketenpositie voor boeren.
De Boerenbond wil op korte termijn toeslagen voor varkensvlees en melk. De Boerenbond maakt zich ook sterk voor een betere positie van groente- en fruittelers, maar focust in de gesprekken nu op landbouw. Voor eind augustus moet bekend zijn hoe supermarkten de boeren tegemoet gaan komen. Voor de lange termijn wordt gezocht naar manieren om forse prijsfluctuaties in te dammen.
“We zijn op zoek naar een ander prijsmodel. We denken aan de invoering van een A- en B-prijs. Een boer kan dan een deel van zijn productie op contract leveren tegen een vaste prijs en een deel op basis van de dagprijs. Nederlandse bedrijven die aan Belgische afnemers leveren krijgen dan ook te maken met dit prijsmodel”, aldus Van Keerberghen.
Minder dalingen, meer pieken
Het voordeel hiervan is dat forse inkomensdalingen voor de boer worden tegengegaan. “Tegelijk kan hij toch profiteren van prijspieken. De afnemer is op zijn beurt verzekerd van product. In het individueel contract kunnen overigens ook andere voorwaarden worden opgenomen. Denk aan kwaliteitseisen en tijdstip van leveringen. Het geeft een boer meer zekerheid van afzet en voorwaarden, maar hij raakt ook een deel van zijn vrijheid kwijt.”
Ander verdienmodel
Boeren moeten meer vraaggericht gaan produceren.”We moeten toe naar een ander verdienmodel in de landbouw. Dat begint bij een meer marktgerichte productie in plaats van aanbodgericht. Het huidige verdienmodel werkt niet meer”, zegt van Keerberghen.
“Een boer drijft het volume op als de kosten stijgen en marges onder druk staan. Economische wetten schrijven voor dat het aanbod daalt als de prijzen slecht zijn. In de varkenshouderij gebeurt het tegenovergestelde. De markt reguleert het volume niet meer. Dat is ook de reden waarom er de afgelopen vijf jaar meer varkens in Noordwest-Europa bij zijn gekomen in plaats van minder.”
Overaanbod
De EU zegt dat er een overaanbod is van varkens en de markt zijn werk moet doen. “Maar het tegenovergestelde gebeurt. Varkenshouderijen zijn sterk gespecialiseerd en hebben recent veel nieuwe investeringen gedaan om aan milieu- en dierenwelzijnseisen te voldoen. Zij kunnen vanuit bedrijfseconomisch oogpunt niet de productie minderen. Daar komt bij dat het aantal varkens in Oost-Europa snel uitbreidt. Deze landen willen niet dat Europa maatregelen neemt om de varkenshouderij te saneren.”
Samenwerking is essentieel
De mededingingsregels in de EU moeten worden opgerekt. “Boeren mogen nu niets in de keten. Om de boerenpositie in de keten te verbeteren is samenwerking met ketenpartijen essentieel. Boeren zijn de enigen die met verlies product mogen verkopen. Verder willen we dat de toeslagrechten vervroegd mogen worden uitbetaald aan boeren en het geld van de superheffing terug gaat naar boeren. Tot slot zijn we ook voor verruiming van de mogelijkheden om zelf product uit de markt te nemen.”