Doorgaan naar artikel

Veenstra (LTO Noord): ’Benut potentie van onbenut personeel’

Het inzetten van onbenut arbeidspotentieel zoals statushouders, mensen met een arbeidsbeperking of jongeren zonder startkwalificatie heeft een grote potentie. In de glastuinbouw geldt dat nog meer dan in andere land- en tuinbouwsectoren, meent Robert Veenstra van LTO Noord. Het vergt van werkgevers vooral overtuiging om met ze aan de slag te gaan.

Recentelijk heeft de Europese Commissie de Nederlandse overheid aanbevolen beter haar best te doen om de krapte op de arbeidsmarkt op te lossen. Ze denkt dat de krapte alleen op te lossen is door beter en verder te zoeken naar geschikte werknemers. ‘Ondanks de hoge participatiegraad heeft Nederland nog altijd een onbenutte bron van potentiële werknemers, zoals mensen met een migratieachtergrond of werknemers met een deeltijdbaan’, staat in het rapport.

Robert Veenstra, projectleider Arbeid & Werkgeverschap LTO Noord, is het daar wel mee eens. Telers zouden behalve naar regulier binnenlands aanbod van werkzoekenden en naar uitzendbureaus ook het zogeheten onbenut arbeidspotentieel kunnen verkennen: statushouders, langdurig werklozen, zij-instromers, mensen met een arbeidsbeperking, ex-gedetineerden, jongeren zonder startkwalificatie of parttimers.

Ook parttimers?

“Als je van een parttimer een fulltimer maakt, dan benut je meer arbeidspotentieel. Tegelijkertijd: werk moet lonen. Fulltime werken in Nederland heeft te weinig meerwaarde. Parttimers houden per uur in vergelijking met fulltimers meer loon over.”

Welk ’onbenut personeel’ heeft de grootste potentie?

“Zij-instromers. Die zijn nu actief in een andere sector. Als ze de overstap maken naar de land- en tuinbouw nemen ze kennis en kunde mee binnen hun eigen vakgebied. Dat kan een meerwaarde geven aan het werk. Werkgevers moeten ze wel echt iets te bieden hebben ”

Zij-instromers uit andere sectoren hebben het meeste potentie

Diverse telers werken al met mensen met een arbeidsbeperking. Denk je dat hier nog veel winst valt te boeken?

“Het klopt dat diverse telers al vanuit overtuiging werken met mensen met een arbeidsbeperking, maar er zit ook in deze doelgroep nog veel potentie. Binnen veel bedrijven zijn best mogelijkheden te creëren om met deze doelgroep aan de slag te gaan. Denk er echter niet te gemakkelijk over.”

Hoezo niet te makkelijk over denken?

“Zowel de werkgever als de gehele personeelsploeg moet er voor openstaan. Er moet begrip zijn dat iemand met een arbeidsbeperking langer over werkzaamheden doet of het maar een beperkt aantal uren kan volhouden. Het vergt een totaal andere denkwijze. Als die is op te brengen, krijgt het bedrijf er heel veel voor terug: trouwe, loyale medewerkers die vaak iets toevoegen aan de bedrijfssfeer. Binnen deze doelgroep zitten ook medewerkers die heel graag monotoon repeterend werk willen doen. Hiermee geef je als werkgever medewerkers een werkplek waar ze heel blij mee zijn. En collega’s krijgen de ruimte om andere taken voor hun rekening te nemen.”

Projecten met langdurig werklozen waren eerder geen succes? Zitten daar toch ook nog kansen?

“Langdurig werklozen vormen de moeilijkste doelgroep binnen onbenut arbeidspotentieel. Ze hebben altijd een rugzakje. Neemt niet weg dat de politieke tendens is dat mensen die aan de zijlijn staan tewerkgesteld worden. Daarom blijven we er energie in steken.”

Bij mensen met een arbeidsbeperking wordt vooral gekeken wat ze wel kunnen en daar wordt het werk op aangepast: jobcarving

Zijn andere sectoren met onbenut arbeidspotentieel succesvoller dan de land- en tuinbouw?

“In andere sectoren, zoals in de techniek en schoonmaakbranche, is het al gebruikelijk dat werkgevers alle kansen aangrijpen om personeel binnen te halen. Belangenorganisaties hebben daar gedreven, uitgebreide teams op zitten, die werk uit handen nemen voor de ondernemers. Agrarische belangenorganisaties kunnen daar zeker nog een voorbeeld aan nemen. Dat kunnen heel simpele dingen zijn, zoals vertaalcomputers. Werknemers hebben een headset op waarmee ze in hun eigen taal hun werk kunnen doen, vooral handig bij statushouders. En bij mensen met een arbeidsbeperking wordt vooral gekeken wat ze wel kunnen en daar wordt het werk op aangepast, het zogenoemde jobcarving. Wat agrarische bedrijven ook minder succesvol maakt, is dat ze in buitengebieden zitten. Vervoer van en naar het werk is een uitdaging.”

Is dat ook een kwestie van onwetendheid?
Afbeelding Syrische asielzoekers oogsten peren bij Fruitbedrijf De Woerdt in Ressen. Foto: VidiPhoto

“Zeker. Een doelgroep bijvoorbeeld waar nog vaak over wordt gedacht dat ze niet mogen werken, zijn asielzoekers. Dit is echter onjuist. Asielzoekers mogen sinds mei 2023 het hele jaar werken. Dit was 24 weken per jaar, waardoor het voor veel werkgevers niet interessant was. Ze dienen wel een geldige tewerkstellingsvergunning te hebben. Mensen willen graag van betekenis zijn voor de Nederlandse gemeenschap en zo loont het voor zowel werkgever als werknemer om met elkaar een arbeidsrelatie aan te gaan.”

Asielzoekers mogen sinds mei 2023 het hele jaar werken

En de telers kennen de regelingen ook niet altijd even goed?

“Als je met deze doelgroepen aan de slag gaat, dan zijn hier vaak subsidiemogelijkheden en spelregels voor beschikbaar. Werkgevers zijn echter slecht op de hoogte van wat er wel en niet mag. Dat heeft niet alleen met subsidie te maken of persoonlijke begeleiding, maar ook met bijvoorbeeld het dragen van ziekterisico bij uitval. Bij het in dienst nemen van sommige doelgroepen ben je als werkgever gelijk verantwoordelijk voor ziek en zeer. Bij veel situaties is er ook een vangnetregeling mogelijk. Partijen zoals UWV of gemeenten kunnen werkgevers hierin adviseren.”

Hoe is die kennisachterstand te verbeteren?

“Daar ligt zeker een rol bij belangenorganisaties. Op de website van de werkgeverslijn land- en tuinbouw is een themapagina over onbenut arbeidspotentieel. Jobcarving is al genoemd als een manier om onbenut arbeidspotentieel aan het werk te stellen. Verschillende taken van een baan of banen worden geanalyseerd en opnieuw samengevoegd tot een nieuwe baan of banen. Op deze manier wordt er een passende functie voor een of meerdere personen gecreëerd.”

Bij Open hiring zijn er geen sollicitatiegesprekken en het presenteren van een cv is ook niet nodig

“Daarnaast is een traineeship een optie, waarbij de trainee meedraait/werkt op verschillende bedrijven binnen de gehele breedte van de sector (plant, dier en ketenpartijen). Op deze manier maakt de trainee kennis met allerlei sectoren en komt hij/zij erachter wat bij hem past. Werkgevers kunnen er ook voor kiezen om de eerste kandidaat die zich meldt direct een kans te geven; ook wel open hiring genoemd. Er vinden dus geen sollicitatiegesprekken plaats en het presenteren van een curriculum vitae is ook niet nodig. Iedereen die aangeeft te willen werken kan gewoon aan de slag gaan. De werknemers krijgt een regulier arbeidscontract en salaris vanaf de startdatum.”

Met welke van bovenstaande drie opties is de meeste ervaring opgedaan?

“Met open hiring. Het is een manier die de land- en tuinbouw al geruisloos toepast. Er zijn nog legio voorbeelden dat bij land- en tuinbouwbedrijven wordt aangebeld of er werk is. Of dat met een bord langs de weg te kennen wordt gegeven dat (vakantie)werkers worden gezocht. Het eisen van een cv wordt door de krapte op de arbeidsmarkt ook in de land- en tuinbouw minder van belang geacht. Je ziet het nog wel voor middenkaderfuncties of specifieke functies zoals HR, ICT of financiële functies. Uit onderzoek blijkt ook dat open hiring juist drempels wegneemt voor langdurig werklozen om toch de durf te hebben om te solliciteren. Dat getuigt van een bepaalde mate van motivatie.”

En jobcarving?

“Jobcarving is vrij nieuw in de land- en tuinbouw. Een optie die zeker in de glastuinbouw zeer kansrijk is, omdat veel medewerkers nog alles doen. Na de pauze maakt een werknemer nog even de kantine aan kant voordat hij weer aansluit bij de ploeg of de dag wordt met zijn allen opgestart met het klaarzetten van inpakmaterialen. Dit zijn in potentie perfecte taken voor iemand met afstand tot de arbeidsmarkt, evenals het schoonmaken van gangpaden of reinigen van machines. Daar hoef je een logistiek respectievelijk productiemedewerker niet mee te belasten.”

Is het traineeship al ingeburgerd in de land- en tuinbouw?

“Traineeship is al wat gangbaarder in alle sectoren. Ook in de agrarische sector hoor je het steeds meer terugkomen. Vooral voor mensen om laagdrempelig aan de slag te gaan. Het impliceert immers: je gaat nog leren. Potentiële werknemers hoeven nog niet volledig geschoold te zijn of werkervaring hebben.”

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin