Een zo goed als volautomatische komkommerteelt in een Autonome Kas is zeker haalbaar. Dat stelt Silke Hemming, die blij is met veel reacties op de uitgeschreven competitie.
Silke Hemming is namens Wageningen UR Glastuinbouw projectleider van de competitie, die Wageningen UR en Tencent uitschrijven op zoek naar het team dat het beste uit de voeten kan met de Autonome Kas. “Al 10 jaar geleden hebben we – toen nog in het proefstation in Naaldwijk – een paprikakas autonoom bestuurd. Zoals wij dat daar toen hebben gedaan, met gebruikmaking van de technologie van toen en de klimaat- en gewasgroeimodellen van toen, bewijst voor mij dat het nu ook zeker moet kunnen.”
De belangstelling die bedrijven hebben getoond, sinds Wageningen UR vorige week de inschrijving voor de competitie heeft geopend, heeft Hemming aangenaam verrast. Ze denkt dat uit Nederland zeker wel teams zich zullen aanmelden. “Maar bij het selecteren van de 5 teams die ook daadwerkelijk de strijd aangaan willen we graag een diversiteit aan nationaliteiten. Vanuit Korea, Japan en China is toch ook heel veel interesse in precisielandbouw.”
Waarom komkommer en niet tomaat?Computers een tomatenteelt tot een goed einde laten brengen, zou wellicht eenvoudiger zijn dan een komkommerteelt. De tomaat zou sowieso meer tot de verbeelding spreken. “Tja, een tomatenplant is veel stabieler. Dat is waar. En er is al veel meer aan onderzocht, dus ook veel meer voorkennis. Maar dat wilden we misschien wel helemaal niet”, zegt Silke Hemming van Wageningen UR Glastuinbouw. “Komkommer heeft als voordeel dat het een kortere teelt is, die goed past in de duur van een competitie. Juist het feit dat de teelt zo stuurbaar is en de plant heel snel het resultaat laat zien van maatregelen en dus ook wat er eventueel fout gaat, deed ons voor de komkommer kiezen.” |
Meer verschillende oplossingen
Die wens naar internationale deelname is ingegeven door de hoop dat teams uit meer landen ook een grotere diversiteit aan oplossingen zullen opleveren. Om die reden ook is in de regels opgenomen dat in de teams zowel AI-experts (artifical intelligence, kunstmatige intelligentie, red.) als teeltexperts zitting moeten hebben én ook een publieke kennisinstelling moet zijn vertegenwoordigd. Dat voorkomt dat één bedrijf een heel team afvaardigt, zonder dat er verder veel kruisbestuiving plaatsvindt.
‘Minder ingrijpen door mens, méér punten’
Vragen vanuit de praktijk over wat er nou wel en niet mag in de Autonome Kas beantwoordt Hemming eenvoudig: “Alles mag, maar hoe meer er tussentijds door de teams in het autonome teeltsysteem handmatig wordt ingegrepen, hoe minder punten je scoort.”
En de jury, waarin een brok aan AI- én teeltkennis zal zitten, merkt volgens Hemming echt wel wanneer er direct door mensenhanden wordt ingegrepen in het systeem. “Aan het einde van de teelt moeten de teams in december uitleggen hoe hun systeem heeft gewerkt, hoe hun algoritmes hebben gefunctioneerd. Dus als er opvallende bewegingen zijn geweest in de teelt en in de manier waarop het systeem op bepaalde weers- of andere omstandigheden heeft gereageerd, zal het niet eenvoudig zijn om te proberen te camoufleren dat er eventjes toch gewoon tuinders aan de knoppen hebben gezeten.”
Referentiekas met ‘normale’ teelt
Dat laatste zal in elk geval zeker wél het geval zijn in een zesde compartiment, dat als referentiekas zal gelden. Daarin zal naast de 5 teams ook een team van tuinders van vlees en bloed een komkommerteelt runnen. “Het doel is immers toch dat de algoritmes van de teams de traditionele teelt door een tuinder kan overtreffen. Zal dat lukken?”
De uiteindelijke winnaar scoort dus punten met de productie afgezet tegen bijvoorbeeld het gebruik van water, energie en meststoffen. Maar ook zal de jury punten uitdelen aan de teams die het beste hebben samengewerkt, aan de mate waarin het algoritme wetenschappelijk vernieuwend is én de mate waarin een opstelling schaalbaar is in de praktijk.
Werken met intelligente algoritmes of met data uit verleden
Zo kunnen teams met heel verschillende uitgangsposities volgens Hemming toch eerlijk met elkaar wedijveren om de winst. “Het ene systeem kan van start gaan met een berg aan teeltdata, die door een van de deelnemende bedrijven de afgelopen jaren is verzameld. Het andere kan er als het ware blind ingaan met zeer intelligente algoritmes.” Met als resultaat een teeltsysteem, dat zelf realtime data verzamelt en op basis daarvan leert en reageert met de beste teeltmaatregelen, niet gehinderd door resultaten uit het verleden.
Wat volgens Silke Hemming in elk geval niet de bedoeling is, is dat de Autonome Kas de tuinder zal vervangen of overbodig gaat maken. “Tenzij de kennis van tuinders in een bepaald gebied of land echt ver achter ligt. Een Nederlandse tuinder neemt nu al veel goede beslissingen. Daarom is de Nederlandse tuinbouw toonaangevend. Maar die beslissingen neemt een tuinder meestal op basis van data uit het verleden. Het soort systemen dat in de Autonome Kas getest wordt, zorgt dat er veel meer actuele managementinformatie komt. Dat geldt ook voor toekomstvoorspellingen waar we een algoritme naartoe kunnen laten werken.”