De Belastingdienst gaat vanaf 1 januari 2025 handhaven op schijnzelfstandigheid. Dat is een probleem voor de land- en tuinbouw waar zzp’ers nu vaak schijnzelfstandig zijn.
Agrarisch ondernemers die zzp’ers inhuren, moeten vanaf 1 januari 2025 opletten. Niet omdat een nieuwe wet ingaat, wel omdat er voor het eerst op een acht jaar oude wet gehandhaafd wordt: de Wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie). De Belastingdienst gaat dan handhaven op schijnzelfstandigheid, ofwel verkapt dienstverband van zzp’ers (zelfstandigen zonder personeel). Dat is het geval als sprake is van een gezagsverhouding, de zzp’er zichzelf niet kan laten vervangen en als loon uitbetaald wordt.
“Vooral op gezag kan het misgaan”, zegt fiscalist loonheffingen Trudy Maat van accountantsbureau Flynth. “Een zzp’er heeft zelf de vrijheid om zijn uren te maken, maar de praktijk van het werken op een tuinbouwbedrijf is anders. Denk bijvoorbeeld aan zzp’ers die oogst- of gewaswerk doen bij telers, dat gebeurt natuurlijk op gezette tijden.”
Alle sectoren krijgen te maken met handhaving op schijnzelfstandigheid. Toch wordt de landbouw in het bijzonder geraakt. Accountants van Countus, Alfa en Flynth schetsen een beeld van 50 à 75% van de agrarische zzp’ers die nu als ‘schijnzelfstandig’ zouden worden gekenmerkt. Tot 1 januari 2025 was die schijnzelfstandigheid nooit een probleem. Althans, op papier wel, maar in de praktijk keek de Belastingdienst er nauwelijks naar.
Alarmbellen voor Belastingdienst
De Belastingdienst kan vanaf 1 januari 2025 slechts een deel van de zzp’ers en opdrachtgevers controleren op schijnzelfstandigheid en dat betekent dat veel van hen de dans zullen ontspringen. Toch biedt dat geen garanties, omdat de Belastingdienst de komende jaren naheffingen kan toepassen die tot 1 januari 2025 terug kunnen gaan. “Als zzp’ers jaren later toch als werknemers gezien worden, betekent dat een flinke naheffing”, waarschuwt Maat.
Het roept de vraag op hoe je als opdrachtgevende teler kunt anticiperen. “Bied vaker contracten aan aan zzp’ers, huur mensen in die bij uitzend- of detacherinsgsbureaus op de loonlijst staan of neem zzp’ers toch in dienst”, zegt Maat. “Dan maak je veilige keuzes, maar dit werkt wel kostprijsverhogend of je betaalt de hoofdprijs.”
Niet het contract met zzp’er is heilig, wel de praktijk
Telers moeten in ieder geval scherp naar hun samenwerking met zzp’ers kijken. “Niet het contract, maar de praktijk is heilig”, stelt Maat. “In een contract kan staan dat een zzp’er zichzelf kan laten vervangen, maar als dat in de praktijk nooit is gebeurd sta je niet sterk.”
Maar er zijn meerdere factoren waar de Belastingdienst extra kritisch naar kijkt. Dat geldt bijvoorbeeld voor zzp’ers die voor meer dan 70% voor één opdrachtgever werken en/of daarvoor voor diezelfde boer in loondienst hebben gewerkt. Werk dat niet ‘uniek’ is voor zzp’ers of inhuur tijdens piekperiodes zijn eveneens ‘verdacht’. Andere ‘rode vlaggen’ zijn tarieven en het aantal uren. De Belastingdienst kijkt extra scherp naar bruto-uurtarieven die onder de €32 liggen of als zzp’ers meer dan 32 uur per week maken voor één opdrachtgever.
Lees verder onder de kaders en foto’s
Nieuwe dure verplichtingen
Schijnzelfstandigheid is straks een probleem voor de zzp’er, maar vooral voor de (agrarische) opdrachtgever. Als de Belastingdienst de relatie tussen een boer en een zzp’er vanaf 1 januari 2025 om die reden ‘herdefinieert’, verschuift de boerenrol van opdrachtgever naar werkgever. Dat brengt dure verplichtingen met zich mee. De boer moet dan opeens loonheffingen en een werkgeversbijdrage in de zorgverzekeringswet inhouden en afdragen op betalingen die hij aan zijn (ex-) zzp’er heeft gedaan.
Daarnaast moet een boer het werkgeversdeel van de pensioenpremie bij het verplichte pensioenfonds inleggen en overige cao-verplichtingen nakomen. Ook de zzp’er ontkomt niet aan de gevolgen als die plotseling als werknemer wordt geïdentificeerd. Diens inkomsten gelden niet meer als winst uit onderneming het recht op fiscale ondernemersvoordelen, zoals de zelfstandigenaftrek, komt te vervallen.
Stijgende tarieven, minder uren
Handhaving op schijnzelfstandigheid leidde eerder tot veel verwarring en onzekerheid. Om die reden is handhaving al meerdere keren uitgesteld. Tot nu. Over twee maanden ontkomen agrarische opdrachtgevers er niet meer aan. “De bedoelingen zijn goed, maar er ontstaat door deze maatregel een megaprobleem”, zegt Lubbert Van Dellen, marktdirecteur agro van Flynth. “En dat megaprobleem is er nu nog niet.”
De consequenties van de aanstaande handhaving laten zich volgens Van Dellen raden. “Ik voorzie in de landbouw stijgende zzp-tarieven en een afname van het aantal betaalde uren.” Van Dellen spreekt van een ‘ordinaire kostprijsverhoging’ waarin de landbouw als sector ook een bijzondere positie heeft. “In de zorg leidt handhaving op schijnzelfstandigheid tot minder handen aan het bed, maar in de landbouw betekent het dat de familie nog meer moet inspringen. De druk op het familiebedrijf wordt zo groter.”
Risico op boetes
Agrarische opdrachtgevers kunnen de komende twee maanden volgens accountants niet veel doen om zich voor te bereiden op handhaving op schijnzelfstandigheid van zzp’ers. De financiële ruimte moet er ook zijn om zzp’ers als zodanig in te kunnen blijven inhuren. Feit is wel dat opdrachtgevers, die nu zelfstandigen in verkapte loondienst hebben, niet op de oude voet kunnen blijven doorgaan. Opdrachtgevers en zzp’ers moeten vanaf 1 januari 2025 samen kunnen aantonen dat hun samenwerking geen loondienstverband is. Als dat niet lukt, volgt een naheffing en mogelijk een verzuimboete. Over de hoogte daarvan is nu nog niets bekend.
Er geldt overigens een overgangsperiode van een jaar, meldt de Rijksoverheid. Wie kan bewijzen dat er stappen tegen schijnzelfstandigheid worden gezet, krijgt nog geen boete. Belangrijk hierbij: de Belastingdienst kan straks geen naheffing opleggen in de periode vόόr 1 januari 2025. Dat kan de Belastingdienst alleen doen als echt sprake is van kwaadwillendheid.