“De glastuinbouw is van een energievretende naar een energieleverende sector aan het omslaan. Ik heb veel maatregelen genomen om dat te bevorderen. De glastuinbouw heeft een metamorfose ondergaan en neemt inmiddels de helft van de landbouwoutput van Nederland voor zijn rekening. Daar ben ik diep van onder de indruk”, zegt Braks.
Gerrit Braks stond als landbouwminister in de jaren tachtig aan de wieg van grote veranderingen in de landbouw. “Mijn beleid stond loodrecht op datgene wat altijd beleid was geweest. Meer gebruik van technische hulpmiddelen was het beleid en het afremmen van het gebruik van mineralen en gewasbeschermingsmiddelen werd het nieuwe beleid.” Over de huidige politiek wil hij liever niet praten. “Ik wil niet bij de categorie oude mannen die te loslippig zijn behoren”, benadrukt de oud-politicus.
Braks begon met de verduurzaming van de sector. ”De eerste beperkingen in de sector sloegen in als een bom. Het nieuwe mestplan werd destijds zonder overleg aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Dat is natuurlijk een van de grootste zondes die je in een democratie kunt maken. Maar het eerder aankondigen van dit beleid durfden we niet. Dan zou er nog snel geïnvesteerd worden om de bui voor te zijn. Dat hebben we toch in belangrijke mate kunnen voorkomen”, kijkt Braks terug.
Hij is positief over het effect van het ingezette beleid. “De glastuinbouw is bijvoorbeeld van energievretend naar energieleverend aan het omslaan. Ook de veehouderij en akkerbouw moest duurzamer. Het is nog niet allemaal voltooid hoor, maar er zijn zaken gebeurd die toen voor onmogelijk werden gehouden.”
De oud-politicus wijst erop dat er een wezenlijk verschil is tussen de invulling van het begrip duurzaamheid nu en in zijn tijd als minister. Toch is de maatschappij volgens Braks niet kritischer geworden. “Maar we hebben met de Partij voor de Dieren wel een kritisch signaal in de politiek gekregen. Daarom heb je wel het gevoel dat de maatschappij kritischer is geworden.”
Als ambtenaar was Braks nauw betrokken bij het eerste Europese landbouwbeleid. “Dat heb ik met héél veel plezier gedaan”, kijkt hij terug. Hij vindt dat de onderhandelingen meer voorstelden dan nu. Iedere lidstaat had nog een eigen landbouwbeleid met een eigen markt- en prijsbeleid. Er moest een gezamenlijk beleid komen en dat was niet makkelijk. Het Brusselse markt- en prijsbeleid is volgens Braks nagenoeg voltooid.
Over de vraag of hij het jammer vindt dat Nederland geen ministerie van landbouw meer heeft, is Braks heel duidelijk. “Ja. Bij een groot landbouwland als Nederland hóórt een ministerie van landbouw. Landbouw is meer dan een economische sector.” Maar hij nuanceert dat meteen ook weer. “De taken van het ministerie van landbouw zijn overigens voor een goed deel wel gebleven. Daarmee erkent men de bijzondere positie van de sector. In de titel van de minister van Economische Zaken had landbouw moeten blijven staan. Daarmee was de zorg over internationaal aanzien voor een deel ondervangen.”
Heeft de oud-bewindsman nog wel eens een stille wens om de touwtjes weer in handen te nemen? Braks, bescheiden: “De landbouw is zo veranderd dat ik er niet meer bij pas.”
Lees meer over het thema energie via GFactueel.nl/energie/