Van Dam: kleinschalig bedrijfsmodel is dé troef

Economisch én sociaal enorm positief, dat is het kleinschalige bedrijfsmodel van de Nederlandse landbouw, zegt EZ-staatssecretaris Martijn van Dam. Als de landbouw dit succesverhaal verder blijft uitbouwen, ziet Van Dam internationaal ‘enorm grote kansen’ voor de Nederlandse boer.

De kracht van Nederland is dat we een kleinschalig bedrijfsmodel hebben. Dat zegt staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken over de Nederlandse agrosector. “Een kleinschalig bedrijfsmodel is én economisch én sociaal enorm te verkiezen boven heel grootschalige bedrijven die we op andere plekken in de wereld zien. Tegelijkertijd zijn we heel kennisintensief en laten we zien dat je een kleinschalig bedrijfsmodel heel goed kunt combineren met hoge productiviteit en innovatie. Dat is een unieke positie in de wereld. Als we dat blijven uitbouwen, liggen er voor onze landbouw enorm grote kansen”, zegt Van Dam.

Ook nadeel aan familiebedrijven

Aan het model met familiebedrijven kleeft ook een nadeel, dat vooral zichtbaar is in de voedselketen en de eerlijke verdeling van de marges in de keten. “We willen eigenlijk niet de grootschaligheid zoals in Zuid- en Noord-Amerika. Maar dan moeten we ook zorgen dat de positie van de relatief kleine bedrijven in de keten, die boeren, sterk genoeg is”, vindt Van Dam.

Volgende week informele EU-landbouwraad in Eindhoven en Amsterdam

Volgende week gaat hij tijdens de informele landbouwraad in Eindhoven en Amsterdam met de Europese landbouwministers in gesprek over de toekomst van het Europees gemeenschappelijk landbouwbeleid, GLB. Van Dam wil het beleid omvormen naar een Landbouw en voedselbeleid, waarbij de focus minder ligt op directe inkomenssteun, maar meer op innovatie en duurzaamheid. De staatssecretaris wil dat het Europees Landbouwbeleid boeren beter zou moeten ondersteunen om zelf een goed inkomen op de markt te verdienen.