Het Europese Hof van Justitie staat vlak voor een uitspraak over de intrekking van GMO voor overtredingen bij FresQ-verkoopdochters over de jaren 2004 tot 2007.
Uit de stukken blijkt dat grote parallellen bestaan tussen de oude GMO-zaak en de recente GMO-schorsing bij dezelfde afzetorganisatie. Het Europese Hof in Luxemburg zal daarmee ook oordelen of FresQ voldoende regie voerde over de afzet in 2004 tot en met 2007. Dat is ook de discussie in de recente GMO-zaak bij de coöperatie.
De Europese Commissie trok de GMO-subsidie in 2011 in van FresQ nadat bleek dat enkele verkoopdochters van FresQ uitsluitend de productie van één teler afzetten in de jaren 2004 tot 2007. Door de vermeende invloed van deze teler op de verkoopdochter vervulde FresQ niet meer haar centrale regiefunctie met betrekking tot de afzet en prijsbepaling, zo oordeelde de Europese Commissie. Nederland is tegen dit besluit in 2011 in beroep gegaan bij het Hof van Justitie in Luxemburg. Aan deze zaak komt in september dus een eind door de uitspraak. Nederland vindt in die zaak dat de afzet via de verkoopdochters van FresQ in die jaren wel volgens GMO-regels is gegaan.
De zaak bij het Hof van Justitie draait ook om de kosten voor promotionele bedrukking van verpakking van groente en fruit bij afzetorganisaties. Volgens de Europese Commissie zijn dat algemene productiekosten, volgens Nederland promotiekosten en daarmee onderdeel van de GMO-regeling. In totaal oordeelt het Europese Hof over 22,6 miljoen die Nederland feitelijk moet terugvorderen.