Twee van de drie voorgestelde equivalente maatregelen zijn door Brussel goedgekeurd. Alleen de maatregel van lager gebruik van dierlijke mest verkeert nog in de onderhandelingsfase.
De maatregel van het toepassen van dierlijke mest als rijenbemesting in maïs en de aantoonbare hogere producties van rassen ten opzichte van de uitgangspunten in het 5e Actieprogramma (met meer onttrekking van stikstof) zijn door Brussel inmiddels goedgekeurd als equivalente maatregel. Dat zijn maatregelen die erkend zijn als beperkende maatregel voor nitraatemissie en daardoor ruimte kunnen geven voor het toedienen van meer stikstof binnen de nitraatnorm op zandgrond. Over de invulling van de maatregel van een lager gebruik van dierlijke mest dan de wettelijke norm zijn de onderhandelingen nog gaande.
Ruimte groentegewassen
Voor diverse vollegrondsgroentegewassen zijn er op basis van de huidige rassen en producties nieuwe onttrekkingsnormen vastgesteld. Voor prei geldt dat bij een productie van 35 tot 40 ton per hectare er 10 kilo per hectare meer N mag dan de gebruiksnorm, bij 40 tot 45 ton is dat 25 kilo en bij meer dan 45 ton 40 kilo. Voor P2O5 geldt respectievelijk 4 (35-40 ton), 8 (40-45 ton) en 12 kilo (>45 ton) per hectare meer. Ook voor bloemkool, broccoli, sla, spinazie, andijvie en peen zijn er uitgesplitste productiecijfers met daaraan gekoppelde extra ruimte. Kijk hiervoor op de website van nav.
Vierde maatregel
In onderzoek ligt nog een vierde maatregel: de toepassing van uitspoelingverlagende organische meststoffen. Daarvan moet nog bekeken worden of ze het bodem-N overschot ook op de lange termijn verlagen en of ze de uitspoelfractie verlagen.