Twee nieuwe schimmels kunnen in de Nederlandse aardbeienteelt (gaan) voorkomen: Colletotrichum fragariae en Neopestalotiopsis. Daarvoor waarschuwde Harrie Pijnenburg als specialist gewasbescherming bij Delphy onlangs op de International Sof Fruit Conference (ISFC) in Den Bosch.
De schimmels Colletotrichum fragariae en Neopstalotiopsis (voorheen Pestalotiopsis) zijn in de Amerikaanse aardbeienteelt in opkomst, vertelde Pijnenburg. Volgens hem komt C. fragariae inmiddels ook in Nederland op kleine schaal voor. Voor zover bekend is Neopestalotiopsis in Nederland nog niet vastgesteld.
Colletotrichum tast rhizoom aan
Colletotrichum was in de Nederlandse aardbeienteelt in de hoedanigheid van C. acutatum al langer bekend. C. acutatum heeft het vooral gemunt op de bladeren, vruchten en uitlopers. C. fragariae tast met name het rhizoom aan. Daardoor verwelken planten en uiteindelijk vallen ze weg. De opkweekmethode op trayvelden is voor deze schimmel gunstig, omdat de omstandigheden door het regelmatig beregenen vrij vochtig zijn.
Lees verder onder de foto’s
Maatregelen tegen Colletotrichum
Als potentiële maatregelen om de schimmel te voorkomen noemde Pijnenburg het veranderen van de opkweekmethode en het afdekken van productieteelten. Verder zijn er rassen die minder gevoelig zijn, doodt een plantsauna tot 90% van de schimmel in het plantmateriaal en zijn er mogelijkheden om Trichoderma toe te voegen aan de bodem of aan substraten. Belangrijk is om de productieteelt te starten met gezond uitgangsmateriaal.
Neopestalotiopsis overleeft jaren in grond
Neopestalotiopsis kan bladeren, rhizomen en vruchten aantasten. Bij aantasting van het rhizoom blijven planten achter in groei, verwelken en vallen uiteindelijk weg. De schimmel kan jaren in de grond overleven en wordt verspreid via water, wind en handen. In Amerika zijn geen resistente rassen bekend.
Maatregelen tegen Neopestalotiopsis
Als maatregelen gelden het zo snel mogelijk verwijderen van geïnfecteerde planten en niet in het gewas werken onder natte omstandigheden. Omdat het in tegenstelling tot bijvoorbeeld Phytophthora species niet gaat om een schimmel uit de klasse oömyceten, maar om een ascomyceet zullen toegelaten middelen tegen Phytophthora weinig werking hebben.
Van de tegen ascomyceten bekende chemische middelen verwacht Pijnenburg weinig soelaas. De focus zal daarom op preventieve maatregelen moeten liggen, zoals de plantensauna, voorkomen van opspattend water, niet in het gewas werken onder natte omstandigheden en het zo snel mogelijk verwijderen van geïnfecteerde planten.