Het hebben van teeltkennis om Turkse groenten te telen in Nederland is niet genoeg voor een verblijfsvergunning.
Dat oordeelt de Rechtbank Den Haag. De Turkse man had een besluit voor het afwijzen van een verblijfsvergunning in Nederland aangevochten. De specifieke teeltkennis is onvoldoende uniek om een bijdrage te vormen aan de Nederlandse maatschappij. Bovendien was de man niet ingeschreven in de Kamer van Koophandel en was de onderbouwing van de aanvraag onvoldoende.
De rechter stelt zich achter het besluit van de minister om de man geen verblijfsvergunning te verstrekken. Dat kan wel als de activiteiten van de man een wezenlijk belang in Nederland dient. Verder is niet gebleken dat de man over de expertise beschikt die hij zegt te hebben.