Na de boeren nu ook tuinders naar Brussel. Maar dan voor een gezellig weekendje weg. Want demonstreren, dat doen tuinders zelden of nooit.
Afgelopen maandag demonstreerden boeren weer eens in Brussel. Deze keer met een heel herkenbare grief: marktprijzen die niet kostendekkend zijn. Hadden daar de tuinders niet naast de varkensboeren en de melkveehouders moeten staan? Al was het maar om mogelijk een graantje mee te pikken van de aan het einde van de dag uit het vuur gesleepte 500 miljoen euro?
Dat laatste zou natuurlijk al te kras zijn geweest. De groente- en fruittelers hébben immers al sinds vorig jaar een steunpakket ter waarde van ettelijke honderden miljoenen euro’s, sinds de markt werd verstoord door de Russische boycot.
Sowieso zou het wat potsierlijk staan om nu de wanhopige sector te gaan staan uithangen. Het is immers allemaal nog redelijk op zijn pootjes terecht gekomen, zowel in de tomaten als in de appels en de peren. Tot nu toe is 2015 zeker geen rampjaar zoals 2014 dat wel was, ook los van het geharrewar rond Poetin en de zijnen. En dan ga je niet de straat op.
De boeren dus wel. Uit heel Europa. En het moet gezegd: het zag er bepaald fraai uit, die oproerpolitie onvrijwillig vermomd als vogelverschrikkers door het eier- en hooibombardement dat ze over zich heen kregen.
Nederlandse boeren waren klaarblijkelijk wat ondervertegenwoordigd. Met hun bijna industriële schaal vormen onze boeren toch een wat andere populatie dan die kleinere boertjes uit zuidelijker en oostelijker landen. De parallel met de tuinbouw laat zich snel trekken: grote en professionele bedrijven beklimmen geen barricades. En manoeuvreren ook net wat anders op die vrije markt. Waardoor ze het wél kunnen bolwerken.
Met overrijpe tomaten kun je ME’ers ook zeer fotogeniek bekogelen. Maar tuinders weten allang: wie letterlijk zijn spierballen laat rollen op de boulevards van Brussel, die laat zich kennen als een weinig flexibele ondernemer. Dan maar liever naar Brussel met een jasje aan en een stropdas om, om er te gaan lobbyen. En er misschien meteen met de wederhelft een leuke stedentrip aan vast te knopen.