Uit onderzoek door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit bij 300 akkerbouwers en 100 siertelers blijkt dat er tussen 2009 en nu nauwelijks verandering is gekomen in het aantal overtredingen. Groente en fruit zijn niet onderzocht.
Het percentage bedrijven dat de Wet Gewasbeschermingsmiddelen naleeft in de akkerbouw is 90 procent en in de sierteelt onder glas 88 procent. De dertig boeren boeren en twaalf tuinders die in overtreding zijn maken zich schuldig aan het gebruik van verboden middelen, verkeerd gebruik van toegelaten middelen verkeerd toepassen of aan het niet op orde hebben van hun administratie.
Joris Baecke, portefeuillehouder Plantgezondheid bij LTO, vindt het een pluspunt dat de NVWA de nalevingspercentages in het algemeen hoog noemt. “Er is echter ruimte voor verbetering. LTO-Nederland presenteerde in november vorig jaar het actieplan ‘Schoner, Groener, Beter’, dat er op is gericht om de emissie van gewasbeschermingsmiddelen verder te beperken. Soms is het lastig de regels na te leven, bijvoorbeeld als het etiket en het gebruiksvoorschrift tegenstrijdige informatie geven.”
De NVWA nam op 125 bedrijven ook grond- en gewasmonsters. Het blijkt dat maar liefst 69 monsters (55 procent) sporen van middelen bevatten die niet zijn toegelaten in Nederland of in de betreffende teelt. Veel meer dus dan de 6 procent verwijtbaar handelende boeren. Voor een deel is dat verschil een kwestie van overwaaien van andere percelen of resten van eerdere bespuitingen. Bij veel bedrijven speelt ook slordigheid een rol, met name het niet goed reinigen van spuitapparatuur, waardoor resten van een middel dat op het ene gewas wél legaal gebruikt mag worden, ook op een ander gewas terecht komt waar hetzelfde middel niet is toegestaan. Dit speelt ook in de sierteelt.
In de sierteelt constateert de NVWA dat anders dan in de groenteelt de markt geen corrigerende factor is. In de sierteelt is verder het gevoel dat er een te smal middelenpakket beschikbaar is sterker dan in de akkerbouw. Voor een aantal teelten kondigt de NVWA vervolgprojecten aan. Dat gaat van vervolgcontroles tot meer en betere communicatie over de regels.