Nederlanders moeten meer groente en fruit eten. Dat vinden wij, maar ook de overheid. Staatssecretaris Martijn van Dam van Economische Zaken zegt het letterlijk in zijn begroting 2017. Hoe dit er precies gaat uitzien, is niet duidelijk. De bewindsman presenteert rond Wereldvoedseldag op 16 oktober een tuinbouwnota.
De aanmoediging vindt een basis in het advies Naar een voedselbeleid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) uit 2014. Toen nog staatssecretaris Sharon Dijksma verwerkte de aanbevelingen rondom duurzaamheid, robuustheid en gezondheid in een zogeheten voedselagenda. Consumenten moeten worden gestimuleerd gezonder en duurzamer te eten, schreef zij in oktober 2015 de Kamer. Minder vlees en zuivel, en meer groente en fruit. Zij kondigde aan met het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties de kansen te verkennen en op te pakken.
Van Dam presenteerde in februari het boekwerkje Aan tafel met tien visies op de toekomst van het voedsel. In zijn voorwoord zegt hij dat het meer, minder, fatsoenlijk, veiliger, transparanter en gezonder moet. ‘Het moet niet alleen anders, het moet vooral beter’, klinkt het.
Zijn we een jaar later dan nog niet veel verder dan weer een voornemen? Nou ja, in de begroting 2017 staat een bedrag van € 20 miljoen genoemd. Dat is echt nieuw. Maar waar dat geld precies vandaan komt is weer onduidelijk. LTO Nederland vreest dat een deel uit het potje voor innovatie komt. Dat zou erg jammer zijn.
De vraag is ook hoe dit potje zich verhoudt tot een andere inzet van de zogenoemde GMO-gelden. In mei werd al duidelijk dat Van Dam een deel van dit Brussels potje voor promotie van groente en fruit wil inzetten. Ook daar toen die zinsnede ‘verheugd te zijn dat we samen hebben afgesproken deze middelen te benutten om mensen te stimuleren groente en fruit te eten.’
Het is nu tijd voor daadwerkelijk actie. En mét alle betrokken partijen, óók de tuinders, fruittelers en boeren. Invoering van de voedselagenda begint tenslotte bij de primaire producent.