De Randstad is bij uitstek het schaalniveau om aandacht voor de tuinbouw te vragen. Dat staat in de notitie ‘Bouwstenen voor de Randstadstrategie 2015 – 2019’, waar de Randstad-provincies zich over moeten uitspreken.
De tuinbouw staat voor grote opgaven, maar haar positie in de Europese beleidsontwikkeling is geen sterke, stellen de provincies in die notitie.
De provincies zijn veelal verantwoordelijk voor de uitvoering en handhaving van veel Europese regels en beleidskaders. Daarom is er voor de Randstadsamenwerking in Brussel veel belangenbehartiging te doen.
In Noord- en Zuid-Holland liggen vijf greenports, waar de hele keten én de logistieke verbindingen vertegenwoordigd zijn. Het is van belang om met Flevoland en Utrecht samen op te trekken omdat de tuinbouwsector verbindingen legt met initiatieven in andere sectoren, zoals de voedselvisie van Amsterdam en de betrokkenheid van bedrijven en instellingen in Utrecht op gebied van gezonde voeding en voedselinnovatie.
De provincies willen zich gezamenlijk als Randstad gaan inzetten in lobby voor tuinbouwonderwerpen. Het gaat bijvoorbeeld om een gelijk speelveld ten aanzien van biologisch telen en de GMO-wetgeving. Ook de discussie over emissierechten is van groot belang voor de tuinbouw. Ten derde is een breed pakket aan gewasbeschermingsmiddelen nodig voor de tuinbouw, als ook een flexibele elektriciteitsbehoefte (geothermie, warmtenetten en warmte uitwisseling).
De provincies noemen de tuinbouw een belangrijke schakel vanwege de internationale handels- en draaischijffunctie van sierteelt- en voedselproducten en de internationale concurrentiepositie van Europa.