Tuinbouwbedrijven die actief zijn in de veredeling lopen subsidie mis. Veel kleine bedrijven denken te snel denken dat ze niet voldoen en de grotere bedrijven nemen vaak niet alle subsidiabele uren en kosten mee.
Dat zegt Dick Uenk van Subsidiefocus. De mogelijkheden om in aanmerking te komen voor een bijdrage in de loonkosten voor zogenaamd Speur- & Ontwikkelingswerk (S&O) voor veredelingsprojecten bestaan al langer. Toch maken bedrijven hier vaak niet optimaal gebruik van. Uenk: “Meende het ministerie van Economische Zaken begin deze eeuw nog dat alleen biotechnologie stimulans nodig had, inmiddels kunnen bedrijven alweer geruime tijd subsidie verkrijgen voor klassieke veredeling. Tenminste, als er technische knelpunten spelen en het verder gaat dan ‘reguliere veredeling’.”
Met een juiste onderbouwing binnen dit kader zijn ook werkzaamheden als het opstellen van kruisingsschema’s, het kruisen, de selectie maar ook gewasverzorging subsidiabel. Volgens Uenk, senior subsidieadviseur bij Subsidiefocus, leert de ervaring dat veel kleine bedrijven te snel denken dat ze niet voldoen en nemen de grotere bedrijven vaak niet alle subsidiabele uren en kosten mee. Dit laatste komt door een gebrek aan kennis van de regelgeving, te weinig structurele aandacht hiervoor of een onjuiste analyse.
Overheid investeert mee
Door gebruik te maken van de WBSO-regeling (Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk) kunnen bedrijven de financiële lasten van research & development (R&D)-projecten verlagen. Voor veredelaars is de WBSO-regeling zeker interessant, omdat behalve over de loonkosten, subsidie ook mogelijk is over de overige kosten en investeringen, die nodig zijn om te kunnen veredelen. In 2016 bedraagt de subsidie 32% over de eerste €350.000 aan S&O-kosten en daarboven 16%. Voor starters bedraagt het subsidiepercentage over de eerste schijf zelfs 40%. Daarnaast geeft een goedgekeurde WBSO-aanvraag toegang tot de Innovatiebox. De Innovatiebox geeft extra fiscale steun aan innovatief onderzoek door ondernemers.
Forse belastingkorting
Hoewel de Innovatiebox in Nederland voortdurend onderwerp van discussie is, kunnen innovatieve bedrijven er veel voordeel mee behalen. Dit stimuleringsbeleid kent op dit moment twee verschillende ingangen voor plantenveredelaars. Naast het kwekersrecht of octrooi kan de innovatiebox benut worden met behulp van een zogenoemde S&O-verklaring. In de toekomst wordt dit mogelijk zelfs een basisvoorwaarde.
De goedkeuring van een S&O-project geeft daarmee tevens het recht om de innovatiebox te benutten. Dit maakt een zeer forse korting mogelijk op de vennootschapsbelasting, namelijk een tarief van 5% in plaats van 20/25%. Deze korting geldt voor de winst die direct te relateren is aan de eigen ontwikkeling en de initiële investering overstijgt.
Topsectorenbeleid ook voor MKB
Naast deze fiscale instrumenten richt het stimuleringsbeleid van de overheid zich op sterke sectoren in Nederland, zoals de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. En dit beleid heeft ook een laagdrempelige MKB-variant. Jaarlijks staat de subsidieregeling open voor innovatieadvies, haalbaarheidsprojecten of R&D-samenwerkingsprojecten waarbij MKB-bedrijven op innovatieve wijze antwoord geven op actuele maatschappelijke uitdagingen.
Kansrijke projecten kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op thema’s als gezondheid en welbevinden, voedselzekerheid en resource efficiency. De subsidie voor samenwerkingsprojecten bedraagt 35% van de subsidiabele kosten en kan oplopen tot €200.000 per samenwerkingsproject. In enkele regio’s geldt een maximaal subsidiebedrag van €350.000. Subsidieaanvragen worden beoordeeld op technologische vernieuwing, de economische waarde, de kwaliteit van de samenwerking en de mate waarin sectoroverstijgend gewerkt wordt. De looptijd van een R&D-samenwerkingsproject dat in aanmerking komt voor subsidie bedraagt maximaal twee jaar.