Tuinbouw kan niet zonder handel

Het bekijken van de website van een failliet bedrijf voelt als ramptoerisme.

De aaneenrijging van goed nieuws en commercieel geheel logische eigenroem die op elke bedrijfssite is te vinden, doen dan extra sneu aan. Op de website van de Van Rijn Groep, die vorige week onder het bewind van een curator kwam, is veel te vinden dat nu nog slechts meewarigheid kan oproepen. De snackgroente onder het Disneymerk bijvoorbeeld.  Of de groente verpakt onder het eigen merk Rijnstar. Zaken waar toch eigenlijk geen mens op zat te wachten.



Maar de corebusiness van een handelsbedrijf ligt ook op ander terrein. De markt kennen. Scherp inkopen en verkopen, niet alleen van groente en fruit, maar ook van transport, koeling en van alles wat nodig is om verse producten snel en efficiënt en in goede orde van A naar B te krijgen.  Goede contacten in binnen- en buitenland. Naar alle kanten beschikken over de gunfactor.

Van Rijn wist zich al sinds 1855 in het groentewereldje te handhaven. Wie kan dan met droge ogen beweren dat zo’n handelsbedrijf een overbodige tussenschakel is?



En toch werd de marge die ze voor al hun goede diensten konden bijeenschrapen te smal.  Bewijs dat daar van schaamteloze verrijking ten koste van de tuindersmarge in elk geval geen sprake was.