“Een redelijk mooi gewas”, oordeelt Marien Bos in Ouwerkerk over zijn spruitkool van het ras Octia.
“Wel wat trips. Ik heb dit ras voor het eerste jaar, het valt wel wat tegen, Ik dacht dat we het onder de knie hadden, maar nu op de plukker is het beeld toch wat anders.” Bovendien is de lengte wat wisselend, als gevolg van het droge weer in de zomer, en de onmogelijkheid te beregenen door het ontbreken van zoet water. “De groei van het gewas is daardoor op sommige plekken stil gevallen. Juist op die kortere planten tref je de meeste tripsschade. Voor de rest zijn het overigens wel mooie spruiten, al is de productie niet overweldigend.”
Steadia zonder trips
Voor Octia plukte Bos de rassen Abacus en Divino. Van deze twee bleef Divino dit jaar het kortst, maar wel met de meeste productie, door een hoog soortelijk gewicht en 95 procent B-spruiten. Na Octia volgt het ras Steadia. “Die staat er op zich mooi bij, zonder trips. Dit gewas is mooi op lengte gekomen, en zoals ik het nu kan bekijken met een mooie productie en kwaliteit. Daar ben ik best trots op, het zou tegenvallen als dat beeld op de plukker anders blijkt te zijn.”
Urean in plaats van KAS
In zijn vorige bijdrage merkte Bos al op dat de druk van koolvlieg in het algemeen meevalt: doordat het gewas aan de korte kant is gebleven, is het gemakkelijker de middelen onderin het gewas te krijgen. “Maar we houden er ook in de bemesting rekening mee, door aan de basis te spuiten met urean. Daar zit wel wat nitraat in, maar minder dan in KAS, waardoor de groei wat geleidelijker verloopt. Aan het begin van de teelt geven we zo’n 200 kilo stikstof per hectare, in 500 liter urean. In de spuit kan 4.000 liter, dus je kunt veel doen in korte tijd, met een mooie gelijkmatige verdeling van de meststof over het veld.”
Telen tegen kostprijs
Over de prijsvorming vorige week, was hij wat minder enthousiast. “Gemiddeld 30 cent per kilo, pluk je dan 30 ton per hectare dan is dat anders dan 23 tot 24 ton. Deze prijs blijft al een tijdje op dit niveau, maar ik zie liever dat ze wat duurder worden. Voor telen tegen kostprijs koop je uiteindelijk niets.”