Trips in Belgische prei grootste lastpost in 30 jaar

Het najaar van 2016 was in Vlaanderen droog en warm. Vanaf april 2017 tot en met augustus was het vooral in het zuidelijk deel van West-Vlaanderen ook droog en warm en ontstonden er grote neerslagtekorten. Dat betekende zeer droge omstandigheden na het planten en in de eerste maanden van de teelt. Beregenen was daarom noodzakelijk, maar was op een gegeven moment niet meer toegestaan.

Dit alles leidde tot ongekende druk van trips met gemiddeld 100 tot 350 tripsen per week per plakval. In West-Vlaanderen werden in pieken in sommige weken zelfs 600 tripsen per plakval aangetroffen.

10 tot 12 adviezen om behandeling tegen trips in te zetten

In Vlaanderen werkt een adviessysteem op basis van een voorspellingsmodel met temperatuursommen en op basis van tellingen op plakvallen op 16 locaties in de praktijk en rechtstreekse plantcontrole. Dat leidde in West-Vlaanderen tot 12 adviezen om een behandeling in te zetten en in Oost-Vlaanderen en Antwerpen tot 10 adviezen. Desondanks bleef de tripsdruk hoog.

Combinatie van factoren

Onderzoeker De Reycke verklaart dat de druk immens hoog was door een grote populatieopbouw in het najaar van 2016, gecombineerd met de voor trips ideale omstandigheden in het voorjaar en de zomer van 2017 de druk.

Ook werd in het voorjaar vaak in te droge grond geplant, waardoor die een moeilijke start hadden en vanwege de aanhoudende droogte een moeilijk groeiseizoen doormaakte. De nood om te beregenen in andere gewassen was groot waardoor prei op de laatste plaats kwam. Tevens begon de zeer grote aanwezigheid van trips vanaf half juni te spelen en die hield aan tot eind september.

De Reycke stak ook nog de hand in eigen boezem, omdat er achteraf gezien in West-Vlaanderen één keer een advies enkele dagen te laat geformuleerd werd. Bij zeer hoge druk loop je dan achter de feiten aan.

_{Tekst gaat verder onder de foto}

Foto: Stan Verstegen

Aanpassing adviseringssysteem

In de aanpak voor 2018 wordt deze ervaring meegenomen. Voortaan wordt geadviseerd op basis van de temperatuursom in Kruishoutem (Oost-Vlaanderen), omdat de temperaturen daar iets hoger zijn dan in West-Vlaanderen. Dat betekent altijd dat het advies voor heel Vlaanderen een dag of 3, 4 eerder de deur zal uitgaan.

Verder is het belangrijk het effect van een bespuiting na 2 tot 3 dagen in het veld vast te stellen. Zo nodig volgt dan een herbehandeling waarbij afwisselen van middelen belangrijk is om resistentie te voorkomen.

Hoe trips te behandelen

Van de middelen die in België zijn toegelaten heeft Mesurol de langste nawerking en Vertimec de kortste. Het toevoegen van Biosweet verbetert het effect van Tracer, Vertimec en Mesurol, blijkt uit Belgisch onderzoek.

Al behandelen op het plantenveld is belangrijk, net zoals een eerste bespuiting binnen 14 dagen na planten op het productieveld, als de planten zijn aangeslagen.

De planten aangieten of beregenen is daarbij op droge grond noodzakelijk. Gebruik voldoende water bij een bespuiting en rij niet te snel (tussen 3 en 5 kilometer per uur). Bij behandelingen tegen trips kunnen het beste geen fungiciden worden toegevoegd. Het beste is om van ’s avonds tot ’s morgens de behandeling uit te voeren.

Onderzoek naar natuurlijke vijanden van trips

In België wordt in 2018 onderzoek opgestart naar het effect van natuurlijke vijanden. Daar is te weinig kennis over en volgens De Reycke zijn er voorbeelden van biologische prei met minder trips-schade dan in gangbare prei. Ook zijn er verschillen tussen rassen in de mate van gevoeligheid.