Doorgaan naar artikel

Toxicoloog: ‘Schade hersenontwikkeling niet meegenomen in toelating middelen’

Een lelieteler in Sevenum werd in mei door de rechter verboden om zijn percelen te bespuiten. Martin van den Berg was als toxicoloog bij de rechtszaak betrokken. Volgens de emeritus hoogleraar van de Universiteit Utrecht is het verbod terecht, want de risico’s voor de hersenontwikkeling worden niet meegewogen bij de toelating van middelen.

In Sevenum ging het om zeven groene middelen die verdacht worden van een neurotoxische werking. Is dat ’groen’?

“Dat is een misverstand. Men heeft dat ergens groene middelen genoemd, maar zover ik heb kunnen nagaan, sloeg het hoofdzakelijk op de afbraaksnelheid in het milieu. Het ging niet over de werking in het lichaam. Volgens proefdier- en celstudies zijn deze stoffen mogelijk neurotoxisch.”

Ze zijn wel toegelaten. Doet Ctgb zijn werk niet goed?

“Dat is te kort door de bocht. Het Ctgb doet niets anders dan de wet uitvoeren: dossiers beoordelen die het bedrijfsleven moet indienen voor een toelating. Het punt is dat in deze studies niet wordt gekeken naar effecten op de ontwikkeling van de hersenen na blootstelling op jonge leeftijd, vanaf foetus tot puberteit, en die op latere leeftijd de hersencellen kunnen aantasten.”

Ook een korte blootstelling in een kwetsbare levensfase kan veel schade aanrichten

Ctgb hanteert een veiligheidsmarge van factor 100.

“Dat klopt, maar als je ergens niet op test, kun je ook geen veilige marge inbouwen. Bovendien wordt vaak uitgegaan van levenslange blootstelling bij boeren en tuinders. Maar ook een korte blootstelling in een kwetsbare levensfase kan veel schade aanrichten.”

Bij Ctgb werken toxicologen. Zij moeten toch zien dat de toetsing niet volledig is?

“Dat zien ze ook, en dat hebben ze jaren geleden al aangekaart bij de Nederlandse overheid en bij de Europese toelatingsinstantie Efsa. Efsa heeft bevestigd dat hier aandacht voor moet komen. Maar tot nu toe is dat niet gebeurd.”

Om welke hersenfuncties gaat het?

“Er worden aspecten genoemd als IQ, cognitieve vermogens, autisme, ADHD en Parkinson. Ik wil niet zeggen dat dit allemaal eenduidig is bewezen. Maar de bezorgdheid is terecht. In Californië heeft een van de beste epidemiologische onderzoeksgroepen ter wereld aangetoond dat kinderen nabij landbouwgebieden een hogere blootstelling hebben aan dergelijke stoffen, en dat ze bijvoorbeeld achterblijven in leerprestaties.”

Wat betekent ’nabij’ landbouw?

“Uit onderzoek blijkt dat die stoffen op enkele honderden meters afstand nog steeds in hoge concentraties aanwezig zijn. In Californië vindt men het daarom niet verantwoord om een school te hebben binnen een straal van 400 meter.”

Gaat het vooral om afstand?

“Inderdaad. Bij een lelieveld of een akker is het beter om de afstand aan te houden waarop de concentratie stoffen duidelijk afneemt. Er moet gewoon meer informatie komen over de feitelijke blootstelling van de kwetsbare groepen, zoals kinderen en zwangere vrouwen. Het lijkt mij duidelijk, op grond van de bestaande wetenschappelijke informatie, dat een afstand tussen de 250 en 400 meter wenselijk is vanwege het voorzorgsprincipe.”

Geode communicatie is bijvoorbeeld dat de tuinder voordat hij gaat spuiten een appje stuurt om kinderen naar binnen te halen en de ramen te sluiten

400 meter afstand is wel veel in ons kleine land.

“Ja, mogelijk is die 400 meter in Californië gebaseerd op oudere bestrijdingsmiddelen die in de VS nog wel worden gebruikt en in Nederland niet meer. Ik denk dat voor ons land 250 meter al een heel verantwoorde afstand is, als je dat koppelt aan goede communicatie tussen tuinder en omwonenden.”

Wat is ’een goede communicatie’?

“Bijvoorbeeld dat de tuinder voordat hij gaat spuiten een appje stuurt om kinderen naar binnen te halen en de ramen te sluiten. Want als gewasbeschermingsmiddelen doordringen in huis worden kinderen alsnog blootgesteld. Daarnaast worden de middelen binnenshuis vaak trager afgebroken door gebrek aan zonlicht.”

Zal zo’n appje de ongerustheid wegnemen?

“Mogelijk niet, maar je hebt geen keuze. Nederland is zo dicht bevolkt dat je je moet afvragen of er nog wel ruimte is voor een dergelijke intensieve teelt. Moet je wel bestrijdingsmiddelen gebruiken waarvan niet is getest of ze de hersenontwikkeling kunnen aantasten? Alleen wel voor stoffen die hierop zijn getest en die geen effect hebben laten zien, zou je die 250 meter kunnen aanhouden. Uit voorzorg, want je weet nooit welke effecten we in de toekomst nog tegenkomen. De ziekte van Parkinson bijvoorbeeld manifesteert zich pas na vele jaren.”

Dan kunnen we in Nederland de landbouw wel vergeten?

“Op zich ben ik helemaal niet tegen bestrijdingsmiddelen, want ze hebben wereldwijd miljoenen levens gered. Ik vind het ook belangrijk om te zeggen dat een burger die groente en bloemen koopt normaal gesproken geen enkel gezondheidsrisico loopt. En in gebieden met veel landbouw en weinig bewoning, zoals in de Flevopolder, zullen de risico’s voor mensen heel klein zijn. Maar ik denk dat we in Nederland toe moeten naar een meer biologisch georiënteerde landbouw.”

Lelietelers zeggen dat ze voor 80% minerale olie gebruiken.

“Er zijn veel olieproducten, waarvan sommige schadelijker zijn dan andere. Ik kan daar geen uitspraak over doen, want ik heb alleen gekeken naar stoffen met een mogelijk neuro-ontwikkelingstoxiciteit.”

Uw onderzoeksgroep heeft ooit de economische schade berekend door gebruik van hormoonverstorende stoffen, inclusief een aantal gewasbeschermingsmiddelen. Waar kwam dat op uit?

“Het gaat in de EU over honderden miljoenen per jaar. Economen kunnen berekenen wat het kost als bijvoorbeeld een deel van de bevolking enkele punten in IQ achteruit gaat. Ook zaken als de kosten voor kunstmatige bevruchting zijn meegenomen. Dat is schade die we hadden kunnen voorkomen met een goed testbeleid, in combinatie met het voorzorgsprincipe. Wat ik ook wil noemen, is het effect op biodiversiteit. Er is een enorme afname van insecten. Daar krijgen wij straks de rekening van gepresenteerd, want deze diersoorten zijn verantwoordelijk voor de bestuiving van gewassen. Daarnaast maak ik me zorgen over het ontstaan van resistenties bij schimmels door fungiciden, vergelijkbaar met het vroegere gebruik van antibiotica in de veehouderij.”

Hoe verhoudt dit gezondheidsrisico zich trouwens tot andere risico’s, zoals roken?

“Daarbij valt dit in het niet. Als je rookt, dan kan je net zo goed naast een akker gaan wonen. Maar dat zijn risico’s waar men zelf voor kiest.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin