Instanties kunnen na een harde brexit niet handhaven op fytosanitaire eisen die nog niet bekend zijn. Maar wie niet klaar is voor de administratieve eisen, die is verzekerd van vertraging. Wie wel klaar is misschien ook.
Zo’n 60 Westlandse mkb-ondernemers kwamen op woensdag 13 maart naar de Brexit Buddy Bijeenkomst in het Westlandse gemeentehuis in Naaldwijk. Ze hadden veel vragen aan de medewerkers van onder meer de NVWA, Naktuinbouw en de douane. Onder hen Philip van Geest van groentehandelsbedrijf VGI. Hij wilde weten of handel drijven met het Verenigd Koninkrijk na een harde brexit zou kunnen gaan lijken op handelen met Zwitserland en Noorwegen. Dat gaat VGI nu tamelijk probleemloos af.
‘Fytosanitaire certificaten klaar’
Volgens Peter Verbaas van de NVWA is handelen met het VK na een brexit echter vergelijkbaar met niks. “Zelfs met Togo hebben we meer afspraken dan met het VK.” De problemen die Verbaas voorziet, zullen zich naar zijn verwachting volledig voordoen aan de Britse kant. “Ik kan me niet voorstellen dat wij direct na een harde brexit gaan handhaven. We hebben fytosanitaire certificaten klaarstaan, maar het VK heeft nog niets bekend gemaakt over hun eisen.”
Ook details als de verplichting dat de pallets onder het product gestoomd moeten zijn, leveren vragen op. En of dat ook zou gaan gelden voor de houten kistjes waar producten als venkel en rettich nog steeds vaak vervoerd worden? Met als uiteindelijke grote vraag hoe streng de Engelsen op al dat soort details zullen gaan controleren.
‘Website DEFRA juridisch niet hard’
De Engelse overheid heeft wel iets bekend gemaakt, maar dat soms ook weer ingetrokken. Verbaas: “Op de website van DEFRA (het Britse ministerie van landbouw, red.) heeft wel van alles al gestaan. Maar dat is juridisch niet hard. Dat is ook wel gebleken, want er is recent ook heel veel weer vanaf gehaald.”
Eigen LTD of Brits BTW nummer
Zijn voornaamste tip is om in elk geval met alle Britse afnemers het gesprek aan te gaan. En een tip voor ondernemers die veel verschillende afnemers hebben, is om zelf te exporteren en te importeren. Dat kan door in Engeland een eigen LTD (Limited Company, oftewel een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid) op te richten.
Nog een stapje eenvoudiger is het om als Nederlandse vennootschap zowel een Nederlands als een Brits BTW-nummer te hebben. Op die manier is er maar één keer ‘papierwerk’ nodig per lading, in plaats van voor elke Britse afnemer afzonderlijk. Dat scheelt in afhandeling en in kosten. De eisen die aan de producten zullen worden gesteld, worden er uiteraard niet minder streng om en de door het VK gehanteerde importtarieven niet lager.
‘Britse eisen zullen scherp worden’
De verwachting bij de ondernemers en de experts was wel dat die eisen en tarieven zeker zullen worden aangescherpt. Bepaalde fytosanitaire risico’s, zoals de virussen die nu in de Zuid- en Noord-Europese tomatenteelt rondgaan, willen ze ongetwijfeld van hun eiland proberen te weren. Volgens de Westlandse ondernemers vermoedelijk ook uit protectionistische overwegingen. Anderzijds zullen eisen die nu door de hele EU aan bijvoorbeeld telers in Zuid-Afrika worden opgelegd vanwege zaken die vooral in Zuid-Europa een reëel risico vormen, door het VK wellicht worden afgeschaft.
Nog niet voldaan aan administratieve eisen
Ook de administratieve gang van zaken hebben veel ondernemers nog steeds niet voor elkaar. Dat is de ervaring van Werner Brinkman van Easy Customs BV. Van de bedrijven die niet al naar derde landen exporteert, maar wel zaken doet met het VK, heeft bijvoorbeeld 80% nog steeds geen zogeheten EORI-nummer (Economic Operator Registration and Identification). Brinkman: “Daar moet je even voor gaan zitten om al je benodigde papieren bij elkaar te zoeken. Maar ook met klanten die min of meer digibeet zijn, en daar zijn er onder expediteurs toch nog verrassend veel van, kunnen we er binnen 6 uur uit zijn.”
De stemmingen in het Verenigd Koninkrijk over Brexit duren voort. De voorbereidingen bij ondernemers ook. Vandaag in Westland bij een Brexit buddy-bijeenkomst. pic.twitter.com/GXq7XK983E
— Gemeente Westland (@GemWestland) 13 maart 2019
‘Tot de tanden gewapend’
Staatssecretaris Mona Keizer, die de bijeenkomst in Naaldwijk opende, stelde in haar openingsspeech zich niet voor te kunnen stellen dat het Britse parlement vóór een nodeal-brexit zou kunnen stemmen. Dat deed het parlement ook niet, al was de marge krap. Maar wat het Britse parlement de komende 2 weken ook doet, de onzekerheid blijft, aldus Keizer. “Het enige dat u als ondernemer kunt doen is uitgaan van het slechtste scenario. Dan bent u in elk geval tot de tanden toe gewapend en áls het mis gaat ligt het niet aan u.”