Doorgaan naar artikel

Ton Slagter: ‘Zelf bepalen hoe wij goud gaan halen’

Op het eigen bedrijf zijn vollegrondsgroentetelers misschien scherp. Maar als het gaat om het sectorbelang zijn ze te passief. Daar wil Ton Slagter, als vollegrondsbestuurder voor LTO, verandering in brengen. “Onze sector mag zichtbaarder, op de markt en in Den Haag. Meer eenheid en kracht uitstralen.”

“Vorig jaar zat ik op een bijeenkomst waar boeren en tuinders het mochten hebben over hoe het Landbouwakkoord eruit moest gaan zien. Dat was toen bijna voor elkaar, maar wat vonden we van de laatste heikele punten? Er zaten 500 boeren. Maar waar waren de vollegrondsgroentetelers?” Al te vaak is dat Ton Slagter de laatste jaren overkomen. Als enige vollegrondsgroenteteler in een zaal vol ondernemers uit andere sectoren, ondernemers die alert waren en zijn op hun belangen.

“Op dat soort bijeenkomsten laat ik dan ook altijd weten wat volgens mij het belang van de vollegrondsgroenteteelt is. Maar dat blijft dan toch maar één stemmetje. Graag zou ik zien dat er meer gewicht achter dat ene stemmetje komt. Dat de vollegrondsector eenheid uit gaat stralen.” Daarvoor gaat Slagter zich de komende jaren hard maken als bestuurder binnen de LTO vakgroep Akkerbouw & Vollegrondsgroente. Maar uiteindelijk vooral als ondernemer op een groot bloemkoolbedrijf, met hart voor de sector.

Van vraagmarkt naar aanbodsmarkt

“De tijd is rijp om kracht uit te stralen. Er wordt weer geld verdiend in de vollegrondsgroenten. We zaten lang in een aanbodsmarkt, maar we profiteren de laatste jaren van een vraagmarkt. Daarnaast: de bedrijven zijn groter en professioneler dan 25 à 30 jaar geleden. In die tijd fuseerden de veilingen tot The Greenery, met meer dan 10.000 leden. Maar 8.000 van die leden waren eigenlijk ballast, bedrijven die er nu niet meer zijn. Hoog tijd om met de nieuwe generatie een sectorplan voor de toekomst van de vollegrondsgroenteteelt in Nederland te maken.”

De vollegrondsgroentesector heeft niet de naam dat die voor eenheid en samen sterk gaat. Het verzet tegen de productschappen was hier het grootst.

“Sterker, de actie tegen het Productschap Tuinbouw is mede bij ons op het bedrijf, aan déze vergadertafel ontstaan. Maar dat ging over een dure organisatie met een dure directeur. Ons vollegrondsgroentebelang was daar ook maar weer een heel klein onderdeeltje van. We zagen van de door ons opgehoeste heffingen veel te weinig terug. Dat kan veel beter als we zoiets voor alleen de vollegrond zouden kunnen realiseren. Als we het eens kunnen worden over een sectorplan, kunnen we het misschien ook hebben over een BO Vollegrond. Maar dat is echt aan de telers.”

Al die ongeveer 1.000 vollegrondsgroentetelers op één lijn krijgen blijft een hele klus. Hoe groot is de achterban bij LTO?

“Goeie vraag. Ik heb daar de cijfers nog niet van. Kan 60% zijn, maar net zo goed 30%. Maar of ze nou lid zijn of niet, op de bijeenkomsten die we het komend najaar en winter gaan beleggen is iedereen welkom. Dan kost dat het LTO maar wat meer kopjes koffie. Ik wil dat we met zijn allen gaan bepalen hoe wij goud gaan halen. Ik laat me graag inspireren door de verhalen van topsporters en toptrainers. Of het nou Mark Tuitert is of Joop Albeda of Erica Terpstra, ze vertellen allemaal over hoe álles moet kloppen. En het begint ermee dat je niet bang moet zijn om te zeggen wat je wilt bereiken, dat je voor die gouden medaille gaat.”

Als we het eens kunnen worden over een sectorplan, kunnen we het misschien ook hebben over een BO Vollegrond

Wat betekent dat concreet voor de vollegrond? Wanneer kun je zeggen: we hebben goud?

“Dat moeten we dus samen gaan bepalen. Wat ik wel zie, is waar we het nu laten liggen, waar nu net niet alles klopt. Dat is vooral doordat wij niet aan het stuur zitten. We zijn als sector te passief en te versnipperd. Over het vervallen van het middel Movento, hebben we daar als vollegrondsgroenteteelt op tijd aan de bel getrokken? Hadden we niet eerder gezamenlijk met de bollensector en met LTO moeten optrekken? Of het onderzoek dat Bas Bloem doet naar Parkinson. Dat kun je als een bedreiging zien. Maar ik ben ervan overtuigd dat we juist samen met mensen als hij naar Den Haag en naar LNV moeten, om het totale belang van een schoon én efficiënt producerende groentesector voor de volksgezondheid te bepleiten.”

‘Naar Den Haag’, dat is mooi. Maar LTO gaat toch al naar Den Haag? En Glastuinbouw Nederland, als het gaat over groenten en gezondheid?

“Zeker. Maar de belangen lopen niet altijd helemaal parallel. Neem de brede weersverzekering. Die is nu zo ingericht dat het vooral gunstig is voor gewassen die lang op het land staan en dan geoogst worden. Voor veel vollegrondsteelten dus onaantrekkelijk. En de vorm van de schadevergoeding: voor veel vollegrondsgroentetelers zou fiscale aftrekbaarheid dan goed werken. Maar in veel andere sectoren weer niet, omdat die zeker na een schade geen winst maken en dus niks hebben aan een aftrekpost. Mooi geregeld, maar niet voor ons.”

Met de Haagse regelneven zou je ook graag een boom op willen zetten over doelen en middelen.

“Voor sommige van die doelen geldt ook een mooie topsportvergelijking. Dan moeten we met zijn allen zoveel procent minder. Dat zal voor sommigen makkelijker zijn, omdat ze om te beginnen al niet zo hard liepen. Maar als je van Usain Bolt vraagt of hij zijn 100 meter in 10% minder tijd kan lopen, dát gaat natuurlijk niet. In Den Haag mogen ze zich weleens wat beter bewust zijn wat ze aan wie precies vragen, in plaats van alles en iedereen maar over één kam te scheren. De overheid kan alleen samen met de teelt goed beleid maken.”

Laat ons ook maar eens wat eisen. Namelijk dat al die eisenpakketten en certificeringen eens op elkaar worden afgestemd

Als het gaat over topprestaties op gebied van duurzaamheid is overigens Den Haag lang niet de enige gesprekspartner.

“Iedereen eist duurzaamheid van ons, supermarkten, banken en de politiek. Maar laat ons ook maar eens wat eisen. Namelijk dat al die eisenpakketten en certificeringen eens op elkaar worden afgestemd. Laat ze eens een AI-programmaatje loslaten op al die certificeringsschema’s zodat we helder krijgen wat de overlap is. Dan heb je hooguit nog één A4’tje over voor wat AH dan extra wil met ‘Beter Voor’ en één A4’tje voor PlanetProof. En als Rabobank dan met duurzaamheidseisen komt voor een financiering, dan zal ik wel weer een heel apart rapport moeten gaan schrijven? Het zou toch genoeg moeten zijn als ik kan laten zien dat ik produceer volgens die en die certificeringen. Voor dat soort zaken wil ik me hard gaan maken.”

‘Goud halen’ is toch ook een kwestie van een goeie prijs voor een goed product uit de markt halen?

“Ja, daar wordt ook veel over gepraat in Den Haag en ook wel door LTO. Het verdienmodel. Maar dat vind ik toch vooral iets voor het individuele bedrijf en voor de afzetcoöperaties. Dat moet je niet collectief willen regelen, want daar krijg je maar boterbergen en melkplassen van. Ik nam met mijn twee broers in 1986 het bedrijf over. In het allerslechtste jaar ooit, want het leek wel of iedereen bloemkool was gaan telen. Bijna veertig jaar later hebben we ons met het bedrijf uit de middenmoot naar de kopgroep gewerkt. Met jonge opvolgers en voor ons tijd over om ook andere dingen te doen. Voor mij dus deze klus. Er staat één dag in de week voor. Ik denk dat het wel wat meer wordt.”

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin