‘Tomatenveredelaars schudden aardappelwereld op’

Aardappelveredeling wordt opgeschud vanuit de tomatenwereld. Opmerkelijk, maar niet onlogisch.

De drie tomatenveredelaars die aan de wieg stonden van aardappelveredelingsbedrijf Solynta, zijn gewend aan snel, sneller, snelst. Niet bepaald aan één ras – Bintje – dat al meer dan 100 jaar aan de top staat in aardappelland.

Solynta wist gisteren alle media te interesseren in het nieuws dat ze een veredelingstechniek hadden ontwikkeld die veel sneller dan voorheen een bovendien veelzijdiger bescherming zou kunnen bieden tegen de gevreesde aardappelplaag phytophthora.

Phytophthora al vóór Napoleon een probleem

Phytophthora zorgde al vóór Napoleon voor misoogsten. Wonderlijk dat alle grote jongens in de aardappelveredeling al eeuwenlang verzuimen wat drie tomatenveredelaars wél klaar lijken te gaan spelen. Of misschien ook niet zo wonderlijk. Die grote jongens zetten hun kaarten liever op genetische modificatie. Dat mag dan weliswaar niet in de EU, maar in de rest van de wereld zijn ze niet zo moeilijk.

Knippen en plakken met genen

Niet dat het dan ineens allemaal heel makkelijk is om al knippend en plakkend met al dan niet soorteigen genen zomaar hup elke ziekteresistentie in te kunnen bouwen. Maar makkelijker en minder tijdrovend dan het tot op heden in de klassieke aardappelveredeling toegaat, is het natuurlijk al gauw.

Allergisch voor gentech

Die mogelijke gentech-oplossingen worden in de publicaties over de nieuwe aardappeltechnieken van Solynta steeds wel genoemd, maar in één adem voor Europa in elk geval weer afgeserveerd: verboden én niet goed voor het imago bij de consument. Die zou allergisch zijn voor gentech.

Of dat laatste ook echt nog steeds onverkort het geval is en tot in lengte van jaren zal zijn, valt te betwijfelen. Maar dat er ook nog andere oplossingen zijn dan alleen maar genetische manipulatie, dat is met de aankondiging van Solynta wel duidelijk. De tijd dat vanwege voedselzekerheid de Europese regels tegen gentech noodgedwongen versoepeld moeten worden, is nog lang niet aangebroken.