Een tomatenteler wint een hoger beroepszaak over een financiële afspraak die hij sloot met een wkk-onderhoudsbedrijf.
De rechtszaak gaat over afspraken die zijn gemaakt voor herstel en revisie van wkk’s op verschillende locaties van het teeltbedrijf. Het tomatenbedrijf, een BV, was in liquiditeitsproblemen gekomen en kon de rekeningen niet meer betalen van het technische bedrijf. Dat wenste vervolgens extra zekerheden. Die gaf de bestuurder en aandeelhouder van het tomatenbedrijf met een borgstellingsovereenkomst. Hij stond zelf borg voor de betaling door de BV. Feitelijk is dat een leverancierskrediet.
Onbetaalde facturen voor onderhoud wkk
Het geschil draait om onbetaalde facturen voor onderhoud aan de wkk’s. Omdat over de kosten revisie van de wkk’s financiële afspraken waren gemaakt, bleven de onderhoudsfacturen onbetaald. Het tomatenbedrijf ging vervolgens in 2022 failliet. De rechtbank had in de eerste uitspraak de voormalige aandeelhouder en bestuurder opgedragen de betaling te verrichten, maar in hoger beroep oordeelt het gerechtshof anders.
De facturen voor onderhoud aan de wkk’s vallen niet onder deze afspraak, stelt de hoger beroepsrechter. Het technische bedrijf moet door deze uitspraak bijna € 100.000 terugbetalen aan de voormalige eigenaar, wat bestaat uit het factuurbedrag en proceskosten van het hoger beroep en de eerste rechtbankzaak.
