De gemeente Roosendaal is door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op de vingers getikt in haar opstelling tegenover een tomatenbedrijf.
In een kort geding haalt de rechter besluiten van de gemeente onderuit die het gebruik moesten stoppen van woonunits voor 18 arbeidsmigranten. De strikte opstelling van de gemeente heeft geen enkele grond, oordeelt de rechter. De afstand tot omwonenden bedraagt meer dan 300 meter. Van geluidsoverlast zal geen sprake zijn. De woonunits zijn netjes achter een groene haag geplaatst en voldoen aan bewoningseisen. Ook op het gebied van verkeer is kans op overlast klein door het bestaande parkeerterrein van de telers. Verder zorgt de bewoning op het bedrijf zelf voor een verlichting van de woningdruk in het gebied. De gemeente wil zelf overlast door concentratie van woningen met kamerverhuur voorkomen. Toch heeft de gemeente geen stappen gezet om tegemoet te komen aan de huisvestingswensen van de teler.
Drie in plaats van tien jaar
Het grootste probleem heeft het gemeentebestuur met de duur van tien jaar. Van een omgevingsvergunning voor de duur van maximaal drie jaar zou minder ongewenste precedentwerking uitgaan, stelt Roosendaal. De rechter ziet niet in waarom een omgevingsvergunning voor strijdig gebruik niet kan worden verleend, eventueel voor de duur van drie jaar. De gemeente wees zo’n constructie eerst af, maar moet dat besluit heroverwergen en de dreiging van dwangsommen laten vallen.