Tomaat los

‘We lopen in productie inmiddels 4 kilo per vierkante meter achter op vorig jaar’

“We lopen in productie inmiddels 4 kilo per vierkante meter achter op vorig jaar”, zegt Paul van Schie in Kwintsheul. “Je ziet dat de groei door het wisselvallige weer veel minder is dan vorig jaar toen we juist een heel mooi voorjaar hadden. Nu zien we regelmatig dunne en zwakkere koppen. Je bent gewoon blij als je een mooie dag weer hebt. Maar als het dan veel waait, zoals in week 25, dan zie je dat de planten het daar ook moeilijk mee hebben. Het ras Arvento geeft dan makkelijk slappe blaadjes in de kop. We proberen de wind uit de kas te houden door de ramen meer te knijpen.”
De zetting is tot nu toe geen probleem. Per trossen komen er 7 tot 8 tomaten aan. Het vruchtgewicht is wel 5 procent lager dan vorig jaar: 95 in plaats van 100 gram. “Maar de kwaliteit is nog steeds goed. We zien geen tijgerprint van de pepino, alleen langs de gevel of het pad soms een klein beetje wankleurigheid.”

Soms een avondbeurt
Van Schie laat op een lichte dag de temperatuur oplopen tot 25 graden (instelling 20,5 graden met 3 graden lichtverhoging), maar als het hard waait, lucht hij pas volledig af bij 27 toto 28 graden. De voornacht is sterk afhankelijk van de hoeveelheid licht van die dag. Beneden 2500 Joule gaat de voornacht al in om 18 of 19 uur. Daarboven houdt hij tot 21 uur een temperatuur van 23 tot 25 graden aan. De voornacht van 15 graden loopt door tot 3 uur. Dan stookt hij op naar 17,5 graden op een uur voor zonsopgang. Met deze instellingen realiseerde hij in week 25 een gemiddelde etmaaltemperatuur van 21,1 graden. De watergift wisselt ook sterk met het weer. Op donkere dagen stopt hij al om 16 tot 18.30 uur. “Maar als het aan het eind van de dag nog zonnig wordt, ben je al gauw de helft van je interingspercentage kwijt en moet ik wel eens een avondbeurt geven. “

Liever trossen trekken
Qua gewaswerk is het nog steeds druk. “We trekken nog tot begin augustus de lege trossen eraf. We doen dat liever dan knippen, omdat er dan stompjes overblijven die gevoeliger zijn voor Botrytis. “ Elke 10 dagen wordt een rondje blad gesneden, als er veel geoogst wordt meer dan bij lagere productie. “We houden in principe 15 bladeren aan, maar de laatste weken wat meer om de natuurlijke vijanden tegen wittevlieg meer te sparen. We hebben best een paar grote plekken gehad waar we gele linten hebben opgehangen en extra Macrolophus en Erethmocerus hebben uitgezet. Na een bespuiting met Oberon en Preferal en met warmer weer op komst verwacht ik dat de natuurlijke vijanden het nu gaan winnen.” Omdat de rupsen nu beginnen op te komen verwacht hij binnenkort nog een bespuiting te moeten doen. Dan bestrijdt hij meteen weer de Tuta absoluta die na een lange afwezigheid nu toch weer gesignaleerd zijn in de deltavallen en op een blad.

Veel minder Botrytis onderin
Van Schie ziet wat Botrytisaantasting bovenin het gewas. “We hebben een paar weken heel veel groei gehad waardoor we er heel sterke dieven uit moesten breken en de wonden geven nu eerder Botrytis.” Hij breekt in die gevallen de kop uit de plant en vervangt hem voor een nieuwe dief van de hoofdstengel of van de buurplant. “Je kunt beter meteen een sterke vervanger maken dan het hele najaar blijven kwakkelen.” Botrytis is onderin het gewas geen enkel probleem. “Het is vele malen rustiger dan andere jaren. Misschien is dat het voordeel van dit weer: je krijgt nu niet zo’n sterk wortelgestel waardoor de wonden bij donker weer minder nat worden.”

Bron: Groenten & Fruit – Auteur: Gerard Boonekamp