Tomaat

‘Met voeding bezig voor betere kleur’

Het gewas van de Endeavour bij de Greencamp-vestiging in Maasland staat er groeizaam bij. Mark Zwinkels: “Met de kleur is het wat moeizamer. De planten zijn iets chlorotisch. Ze krijgen voeding genoeg, en de wortels zijn goed. We zijn dus erg met de samenstelling van de voeding bezig. We zijn meer met ijzer en mangaan gaan werken.”

Kaler maken
In de afgelopen periode is tijdens het indraaien drie keer een blaadje weggehaald uit de kop. Verder is vijf weken geleden blad weggesneden. “Toen hebben we een slag gemaakt om hem wat kaler te maken. Dat is gelukt.” Er zitten nu nog 14 volwassen bladeren aan de stengels. “Straks gaan we dat naar 8 of 9 bladeren afbouwen, waarmee hij het dan tot het eind van de teelt moet doen.”

Kracht
Er zit nog genoeg kracht in de kop en op de trossen. Op 12 september is hij begonnen om de kop uit de planten te halen. Week 38 is dan het einde van de bloei. Waarna hij eind week 48 de teelt verwacht te beëindigen.

Op 4 gesnoeid
De kwaliteit van de vruchten is goed. De grofheid ook, met een gemiddeld vruchtgewicht van 145 tot 150 gram. Wel is die wat meer wisselvallig. “Er zitten tomaten bij van wel 160 gram, maar ook van 140 gram.”
Er zijn twee trossen op 4 gesnoeid, waarvan hij komende weken zal oogsten. “Dan zijn die er snel van af, zodat de plant sterk staat voor het laatste stuk van de teelt.” De plantbelasting zit op 17 vruchten per vierkante meter. De dertigste tros bloeit. “Het zullen 31 trossen gaan worden voor deze teelt.” De productie van de Endeavour heeft nog steeds een voorsprong op de Mecano van vorig jaar, die uitgebouwd is naar 4 kilo. “We zijn tevreden over de productie. We willen volgend jaar hetzelfde ras weer gaan zetten.”

Meeldauw hardnekkig
Bij de ziektes is meeldauw hardnekkig. “Dat gaat moeilijk. Het is moeilijk kapot te krijgen. Met alleen de zwavelverdampers lukte het niet.”
Er is wat meer wittevlieg waar te nemen, ondanks dat Macrolophus aanwezig is. Tegen rupsen is het niet nodig om in te grijpen. “Voor het eerst sinds jaren hebben we geen galmijt gezien. Die komt vooral opzetten met droger en warmer weer. En dat hebben we deze zomer niet gehad.”

Niet te potterig
Er staat vanaf 19.00 uur of 19.30 uur een voornacht van 14 graden Celsius ingesteld. Vanaf 01.00 uur wordt die met een graad per uur opgebouwd, naar 18 graden Celsius die rond 5.00 uur wordt bereikt. ’s Morgens gaat de temperatuur even een half graadje terug, om daarna weer op te klimmen naar 20 graden.
Hij regelt daarbij in deze periode op directe straling in plaats van op de stralingssom.
Hij knijpt de luchtramen niet al te veel in de namiddag. “We telen niet te potterig. Als het vochtdeficiet te ver doorzakt, dan is dat een teken dat de dag voorbij is, en gaan we naar de voornacht.”
Met kouder wordende dagen wordt ook een buisje weer nodig, voor een droger klimaat en tegen vochtige stammen.

Bron: Groenten & Fruit actueel – Auteur: Peter Visser