Tomaat

‘Streven naar goed over plant verdeeld blad’

Het gewas bij Peter van Meijel in Sevenum staat sterk bovenin. “We moeten, met de slechte buitenomstandigheden, wel ons uiterste best doen om er een goede kleur op te houden. De wind maakt het nu makkelijker om vocht kwijt te raken. Maar eerder, met 23 graden en windstil weer, en dan een regenbui waardoor de kas dicht moest blijven, dan had je een slecht tomatenklimaat.”
Het doel is om nu de laatste zetting aandacht te geven, om de vruchten grof genoeg te krijgen.

Trossen schrappen
Om kniktrossen te voorkomen, is Van Meijel enkele weken geleden gestart met trossen schrappen. Met de trossnooei heeft hij een poos op vijf vruchten per tros gezeten, maar tot het eind van de teelt gaat hij nu 6 vruchten aanhouden, om voldoende aanmaak te krijgen.
“Ze dikken vrij goed uit. Het vruchtgewicht blijft rond de 120 gram. Het doel is om die 120 tot 125 gram te houden tot het eind van de teelt.”

Vangplaatstroken
Met ziekten en plagen valt het mee. Er begon wel een hoekje wittevlieg te komen. Dat is weer onder controle, nadat daar gele vangplaatstroken bijgehangen zijn.
Botrytis valt mee, al blijven er natuurlijk uitvallende planten waar een knik of draai in de stengel is gekomen. Maar er zijn geen extreme bestrijdingen nodig. Wel wordt preventief een rondje onderdoor gespoten om de sporendruk laag te houden. Ook wordt veel tijd en aandacht besteed aan het netjes werken en het regelmatig weghalen van kapotte en leeg geoogste planten.

Licht in plant
Vanaf week 28 of 29 neemt hij iedere week een blaadje mee met dieven en indraaien. “Per tros zitten er maar twee bladeren. We streven naar maximaal 11 of 12 bladeren aan de plant, en die goed verdeeld over de plant. Zodat er licht in het gewas komt, en ook midden in de plant de doordikking van de tomaten goed door gaat.
In principe staat er gepland om in week 38 te toppen, om drie weken daarna de laatste zetting te hebben. Er wordt dan vrij klein getopt, om meer kracht op de laatste trossen te krijgen.

Rustig stoken
Op de dag houdt hij een temperatuur van 18 graden Celsius aan. Na een voornacht van 14 graden gaat de nanacht naar 16,5 graden Celsius. “Op zich vrij rustig voor deze periode van het jaar. Met warm en vochtig weer moet je er niet te veel buis in duwen, anders lijdt de plant te veel.”
Met watergeven wordt al vrij vlug gestopt. Bijvoorbeeld tussen 10.00 uur en 14.00 uur, uiteraard afhankelijk van de lichtomstandigheden. Maar met slecht weer hebben we hem duidelijk op scherp gezet.”

Bron: Groenten & Fruit actueel – Auteur: Peter Visser