‘Wat Botrytis opgelopen na rondje koppen’
“We zitten in het laatste stukje van de teelt. Er hangen nog vier trossen aan. Eén met vier vruchten en de drie laatste trossen met vijf.” In week 43 is Michel de Winter van Stargrowers in Hoek van Holland nog ‘gewoon’ aan het oogsten. “Dat zal de week daarop ook nog zo zijn. Daarna, in week 45 en 46, gaan we het gewas schoon-oogsten.”
Er hangen nog mooie tomaten, met een vruchtgewicht van tussen de 175 en 180 gram. Onder andere door de meewerkende hoeveelheid licht, was het niet nodig om de laatste trossen te beugelen.
De uitgroei gaat goed door. “Het wordt een hele mooie grofheid.”
Tot week 42 is nog blad gesneden. “Nu zitten er nog vier tot vijf blaadjes per plant.”
Vochtkier
Op zonnige dagen krijgen de planten nog 3 tot 4 beurtjes van 150 cc. “Maar op een hele donkere dag wil ik de watergift wel eens helemaal overslaan.” De EC in de mat zit rond de 3,6 mS. Hij druppelt 2,5 mS mee. “Drainpercentages liggen ergens rond de 20 procent.”
De etmaaltemperatuur schommelt rond de 16 graden Celsius. Daarbij hanteert hij een dagtemperatuur van 20,5 tot 21 graden, en een nachttemperatuur van rond de 13,5 graden Celsius. De voornacht gaat, vanaf een uur voor zononder, naar 12 graden.
Om 03.30 uur trekt hij de temperatuur weer op naar 17 graden Celsius. Rond 10.30 uur gaat die verder omhoog, en mag dan rond 15.00 uur 21 graden zijn.
Het schermdoek mag onder een buitentemperatuur van 9 graden Celsius al dicht, in de periode tussen 23.00 uur en 08.00 uur. “Daarbij blijft er wel een kier in staan van 5 procent, met oog op het vocht in de kas. “Je hebt toch best een heel gewas staan, dat je heel wilt houden. We hebben er daarom ook altijd nog een minimum raamstand van 2 procent in staan aan de luwe zijde.”
Botrytis na koppen
Van plagen heeft het gewas geen last. “We hebben ook steeds heel weinig last gehad van Botrytis. Maar een week na het koppen van het gewas, hebben we toch wat Botrytis opgelopen. Bij die ronde koppen was het ook een donkere week. Waarschijnlijk is het toen te lang vochtig gebleven.”
Voor de rest ziet hij heel weinig aan ziektes. Meeldauw is er weinig. “Al is ‘het wit’ niet makkelijk dood te krijgen. We zwavelen maximaal, maar je blijft wat zien.”
Schoonmaak
In week 44 begint hij met ethrellen. Daar achteraan begint hij folie uit de paadjes te halen, en worden de bladresten op de sleepdoeken uitgedraaid. In week 47 wordt de kas grondig schoongemaakt, om dan in de formaline gefogd te worden. Daarna wordt gespoten met fluor en water, om de kas weer zo licht mogelijk te krijgen. Als laatste volgt een rondje met waterstofperoxyde foggen.
Bron: Groenten & Fruit actueel – Auteur: Peter Visser