Provincie Brabant moet een ontheffing voor het vangen en doden van kauwen en kraaien beter onderbouwen.
Daarmee stelt de Rechtbank Oost-Brabant dat een besluit over het gebruik van vangkooien in 2020 te makkelijk is verstrekt. Zo is niet onderbouwd waarom het bedrijfseconomisch niet mogelijk is alternatieven toe te passen, zoals hagelnetten. De rechter wil zien hoe de investeringskosten daarvoor zich verhouden tot de opbrengsten. Nu heeft de provincie de kosten van vangkooien afgezet tegen de investeringskosten van hagelnetten.
Meer dan € 20.000 schade
Ook de hoogte van de pikschade neemt de rechtbank niet zomaar over als voldoende onderbouwing. In 2017 was de schade door kauwen en kraaien meer dan € 20.000. De jaren erna lag deze meer dan 70% lager. Echter, de schade is in 2017 getaxeerd, de andere schadejaren niet. In 2017 koos de teler er namelijk voor de schade te melden als wildschade bij de provinciale regeling.
Het gebruik van vangkooien was aangevraagd door Stichting Faunabeheereenheid Noord-Brabant die namens een teler voor drie percelen een beheerplan aan de provincie voorlegde met drie vangkooien. Een milieustichting stelde beroep in tegen de ontheffing van het gebruik van vangkooien. Ook vindt de rechter het niet aannemelijk gemaakt dat de vogels bij afschot met een luchtdrukgeweer niet onnodig lijden.