De toelatingsprotocollen die vereist zijn om biostimulanten toe te laten, zijn niet klaar voordat de nieuwe EU-meststoffenverordening EU 2019/1009 op 16 juli 2022 in werking treedt.
Gevolg is dat vanaf 16 juli 2022 honderden biostimulanten niet meer verkocht mogen worden. Dat vertelde Piet Boonekamp, directeur van Artemis, in Nijkerk (Gld.) op het symposium ‘Biostimulanten in de landbouw’, georganiseerd door de Brancheorganisatie Akkerbouw, Artemis en Agrodis. Artemis is de brancheorganisatie van producten van natuurlijke gewasbeschermingsmiddelen. Agrodis de brancheorganisatie van middelenhandelaren.
Overgangstermijn van drie jaar
De nieuwe EU-meststoffenverordening is 16 juli 2019 bekrachtigd. Naast regels voor kunstmest, behelst de nieuwe EU-verordening ook regels voor organische meststoffen en biostimulanten. Er is een overgangstermijn van drie jaar. Op 16 juli 2022 wordt de oude EU-meststoffenverordening ingetrokken en komt de nieuwe EU-verordening 2019/1009 volledig in werking.
In de drie jaar overgangstermijn moet de verordening geïmplementeerd worden in nationale wetgevingen en moeten standaarden worden ontwikkeld voor de toelatingsprocedures voor biostimulanten. Op dit moment is er namelijk geen regelgeving omtrent biostimulanten en mag gechargeerd gezegd elk kruidenmengsel onder het mom van biostimulant op de markt worden gebracht. De producent hoeft geen inzage te geven wat erin zit en of het middel überhaupt werkt.
Piet Boonekamp (@ArtemisNatuur): “bij open teelten wisselende ervaringen met biostimulanten. Meer kennis en ervaring nodig. Gaat #Artemis in pilots met telers aan werken vanaf ‘20 om in 2030 praktische oplossingen voor gewenste weerbare teeltsystemen te hebben #ActieplanAkkerbouw pic.twitter.com/ArhMzwSWnw
— bo-akkerbouw (@boakkerbouw) January 9, 2020
Ontwikkeling toelatingsprotocol
Onder de nieuwe verordening moeten de biostimulanten een CE-normering hebben. De middelen moeten dus aantoonbaar veilig zijn, de kwaliteit moet geborgd zijn en de labeling van de ingrediënten inzichtelijk. De Europese Commissie heeft daarvoor de CEN opdracht gegeven een toelatingsprotocol te ontwikkelen. De CEN heeft vervolgens in elke lidstaat de betreffende instantie opdracht gegeven mee te denken.
In Nederland is dat de NEN. De NEN heeft vervolgens Artemis, Nefyto en diverse producenten gevraagd hoe het beste een dergelijk toelatingsprotocol opgesteld kan worden. De materie blijkt erg lastig, vertelt Boonekamp, omdat het aanbod aan biostimulanten zo divers is. Denk aan humuszuren, anorganische biostimulanten, kruidenpreparaten, schimmels en bacteriepreparaten. In totaal blijken nu 27 verschillende toelatingsprotocols te moeten worden opgesteld. Er moet nog ongelooflijk veel werk worden verzet. Kortom, dat komt nooit af voor 16 juli 2022, schat Boonekamp in.
Nieuwe groepen micro-organismen
Een tweede probleem is dat nog steeds niet voorzien is in een toelatingsmogelijkheid voor nieuwe groepen micro-organismen. Volgens de nieuwe verordening mogen na 2022 alleen micro-organismen op de markt worden gebracht die zijn gebaseerd op Azotobacter spp, mycorrhiza schimmels, Rhizobium spp en Azospirillum spp. Er zijn op dit moment echter talloze biostimulanten op de markt die zijn gebaseerd op andere micro-organismen. Deze micro-organismen verdienen volgens Boonekamp ook een plek.
Er is nog steeds niet voorzien in een procedure om nieuwe groepen toe te kunnen voegen in de EU-verordening. Dat zou betekenen dat deze producten na 2022 geen CE-normering kunnen krijgen en dus niet meer verkocht mogen worden. Boonekamp pleit daarom voor een nationale ontheffing, zodat ook deze groepen middelen een toelating tot biostimulant kunnen krijgen.
Kaalslag in biostimulanten
Kortom, zoals het er nu uitziet komt er door de vertraging een onnodige kaalslag in biostimulanten, juist op het moment dat de sector deze broodnodig heeft, aldus Boonekamp. De overheid wil namelijk af van chemische gewasbeschermingsmiddelen, en biostimulanten zijn goede producten om planten weerbaarder te maken.