Volgende maand zitten de handelspartijen voor aardbei en Stichting Aardbei-onderzoek bij elkaar om een verdeelsleutel uit te werken voor de financiering van toekomstig onderzoek in aardbeien. De handelspartijen hebben in beginsel aangegeven te willen bijdragen aan onderzoek, maar niet bereid te zijn daarvoor bij de aangesloten leden geld langs de deur te gaan.
We zijn te voortvarend geweest, constateert secretaris Joan Bus, over de aanpak die de Stichting Aardbei-onderzoek samen met Plantum en de Landelijke LTO-Aardbeiencommissie begin dit jaar had bedacht om onderzoek na het wegvallen van het PT in de benen te houden. “De benaderde handelspartijen hadden het gevoel dat we vooral over hen spraken, en minder met hen. Begrijpelijk dat dat wrevel gaf.” Het idee was aanvankelijk ook dat de handelspartijen voor aardbei bij hun leden zouden toetsen of door de Stichting ontwikkelde onderzoeksvoorstellen doorgang zouden kunnen vinden, en dat ze een rol zouden krijgen als collectant voor de benodigde gelden. Er zijn voor aardbei 10 handelsbedrijven die de afzet behartigen voor meer teeltbedrijven, plus 4 productiebedrijven met eigen afzet.
Toetsen bij leden
De handelspartijen zien er duidelijk geen heil in actie als tussenpersoon te fungeren voor het onderzoek, aldus Bus, wel is men in principe bereid als organisatie aan financieel onderzoek bij te dragen, als de leden dat onderzoek noodzakelijk achten. “De sector draagt ook in deze opzet evenzeer bij aan de kosten voor onderzoek, maar minder rechtstreeks dan wanneer iedere belanghebbende daarvoor specifiek een rekening krijgt.”
In de voorgestelde opzet is nog steeds de bedoeling dat belangrijk geachte onderzoeksonderwerpen door de Stichting Aardbei Onderzoek worden vertaald in een concreet voorstel, inclusief plan van aanpak en een kostenopgave per hectare of vierkante meter. “Iedere handelspartij heeft wel enkele telers die meer betrokken zijn bij onderzoek, en die kunnen beoordelen of voor de oplossing van een bepaald probleem onderzoek gerechtvaardigd, of dat misschien een andere aanpak verstandiger is. Het ligt volgens mij niet voor de hand dat handelspartijen zonder raadpleging van hun achterban direct ‘ja’ of ‘nee’ tegen een voorstel voor onderzoek zullen zeggen.”
Kosten verdeling
Hoe de verdeelsleutel voor de kosten eruit zou moeten zien, ligt nog open. “Daar willen we ook een voorstel voor maken. We weten dat nog niet alle betrokken op dezelfde lijn zitten, maar je zou eraan kunnen denken dat voor onderzoek van bijvoorbeeld juni tot oktober ten laste komt van de teelt in de vollegrond en op stellingen, en de overige maanden ten laste van de glastelers. Dat zou een mogelijkheid kunnen zijn. En dan is de vraag of je een bijdrage vraagt naar rato van de omzet, of op basis van de productie. We denken dat een omslag op basis van productie het meest rechtvaardig is, maar alles is bespreekbaar.”
Als alle handelspartijen in Nederland–dus inclusief de telers met eigen afzet- groen licht geven voor deze aanpak voor onderzoek, betekent het een vertegenwoordiging van 99 procent van het areaal aardbeien, en 90 procent van de telers, aldus Bus. 100 procent commitment is ideaal, maar is niet realistisch.” In de Stichting Aardbei Onderzoek zitten de telers Johan Vermeeren (Rijsbergen), Gerard van den Brand (Altforst) en plantenkwekers Jack-Jan van den Wijngaard en Peter van de Avoird.