Groenten & Fruit Actueel
||

Thijs Jasperse: ‘Drijfveer is emancipatie van de tuinder’

Thijs Jasperse ziet aan het einde van zijn carrière als consultant een sleutelrol voor de nieuwe generatie om problemen in de tuinbouw op te lossen.
Thijs Jasperse ziet bij jongere intreders in de tuinbouw veel wil tot samenwerken. Foto: Peter Roek

Thijs Jasperse ziet bij jongere intreders in de tuinbouw veel wil tot samenwerken. Foto: Peter Roek

Een ronde weldoordachte en doorleefde visie. Dat is de opbrengst van een carrière als onder meer consultant. Thijs Jasperse (69) ziet bij de problemen in de tuinbouw een sleutelrol voor de nieuwe generatie. Het komt op de tuinbouw zelf aan om de toekomst veilig te stellen. Bouwen op instituten als Rabobank en het ministerie is niet meer vanzelfsprekend.

In het prachtige Oudeland van Strijen, volop in het Zuid-Hollandse buitengebied, woont Thijs Jasperse. Met zijn laarzen aan geeft hij een rondleiding door de tuin waar een paar oude hoogstam perenbomen herinneren aan een gemengd bedrijf op die plek. Twee bomen zijn behoorlijk gekortwiekt. Ze werden te hoog en dreigden te hellen in de zachte veengrond. Hij bewoont er met Ingeborg een boerderette en Jasperse is er verknocht aan.

Nu hij de 70 nadert, zal hij rustig uit de tuinbouw vertrekken, zegt hij. Al lijkt dat moeilijk te geloven als hij zijn visie neerlegt over de toekomst. Daarbij houdt hij de blik van een consultant: denk 5 tot 10 jaar vooruit en redeneer dan terug: Is dit dan verstandig?

Waken voor zelfde lot als veehouderij

Nu hij vrijwel vrij is van het door hem vormgegeven adviesbureau Florpartners kan hij ook vrijuit praten. De urgentie is groot. “De glastuinbouw staat voor grote opgaves, er moet veel gebeuren, anders treffen we hetzelfde lot als de veehouderij en komen we in het foute rijtje te staan. De glastuinbouw staat er ook meer alleen voor dan vroeger. Toen had je Rabobank, studieclubs, veiling en standsorganisaties. Die zeiden allemaal ‘kan ik iets voor je doen’. Nu zeggen ze ‘zoek het zelf vooral uit’.”

Jasperse zat ook veel op het ministerie van landbouw, ook daar is hetzelfde beeld. “Vroeger waren daar tientallen mensen die glastuinbouw snapten, nu misschien vijf. Het Productschap Tuinbouw is om zeep geholpen, Rabobank kan of wil geen grote risico’s meer lopen. Kortom, wie gaat de tuinbouw redden? We moeten het zelf doen. Zelf de kracht ontwikkelen, zorgen dat je politiek op de juiste plekken zit, vooral in Brussel.”

Verdiensten goed, hoe verder?

Jasperse schetst een sector waarbij de teeltbedrijven groot zijn en er goed wordt verdiend. Maar hoe gaat het verder? Jasperse doceert breedsprakig en rijdt met zijn stoel naar achteren zodat hij meer ruimte heeft voor armbewegingen. “De overheid trekt het bestaansrecht van de glastuinbouw in twijfel. We veroorzaken te veel maatschappelijke problemen. We hebben een arbeidsprobleem, gebruiken woningruimte van Den Haag, hebben waterproblemen, residuproblemen en gebruiken een berg fossiele brandstof waar we vanaf willen.” Én omdat de sector zeer arbeidsintensief is met een relatief lage marge zou deze te weinig bijdragen aan de welvaart van Nederland, zegt hij. “Zo is de sector in overheidsstukken beland die de toekomst in twijfel trekken.”

Lees verder onder de foto

Consultant Thijs Jasperse was teler, onderzoeker, bestuurder. Hier een beginfoto van die carrière bij het Proefstation in Naaldwijk. Foto: Thijs Jasperse Consultant Thijs Jasperse was teler, onderzoeker, bestuurder. Hier een beginfoto van die carrière bij het Proefstation in Naaldwijk. Foto: Thijs Jasperse

Op dit punt geeft hij een relativering die ook zijn leeftijd verraadt. Begin jaren tachtig maakte de tuinbouw een diepe crisis mee rond energie en gewasbescherming, hoge rente en een verbod op methylbromide. Ongeveer zeven jaar later waren biologische bestrijding, substraat, en klimaatschermen gemeengoed en de crisis bezworen. Hoe kon dit zo snel? Jasperse: “Omdat het praktijkonderzoek de consulentschappen en de studieclubs effectief hun werk deden. En productschap, Rabobank en ministerie van LNV deden er alles aan om de glastuinbouw in de benen te houden. Het bestaansrecht was geen issue. Dat ligt zoals gezegd nu anders.”

We hebben bedrijven nodig die topproducten kunnen maken én problemen kunnen oplossen

Tuinbouw op zichzelf aangewezen

Dus is de tuinbouw op zichzelf aangewezen. “Het goede nieuws is dat er veel goed opgeleide en gemotiveerde jonge mensen in de tuinbouw willen werken. Omdat men ziet dat daar betekenisvol werk is. In de voedingstuinbouw produceren we ‘gezondheid’ en in de sierteelt ‘geluk’. We hebben bedrijven en mensen nodig die topproducten kunnen maken én maatschappelijke problemen kunnen oplossen.”

Zij zullen het moeten doen, zegt hij. “Het zal van onderaf moeten komen, niet meer van boven, zoals vroeger.” Floric, een onderdeel van Florpartners, is bezig met talent en leiderschap ontwikkeling. “Daar hebben we al meer dan 350 talenten mogen ontvangen die programma’s volgen die hun helpen effectief en in samenwerking de tuinbouw te ontwikkelen.”

Behalve individueel talent zijn krachtige toekomstgerichte samenwerkingsverbanden nodig. Qua structuur ziet Jasperse veel in de werking van een organisatie als de Federatie Vruchtgroente Organisaties (FVO), een netwerkorganisatie die goed past bij deze complexe tijd. Meer dan 85% van de vruchtgroente is hierbij aangesloten. Vraagstukken worden daar projectmatig aangepakt. Alle beschikbare kennis wordt gemobiliseerd. Resultaat kan direct in actie worden vertaald. Dit alles in wisselende coalities.

‘De glastuinbouw staat er ook meer alleen voor dan vroeger’

McKinsey opzij geschoven

Ook hier heeft hij een smakelijk verhaal over het ontstaan. In 2014 werd van bovenaf geconstateerd dat er een diepe financiële crisis in de glastuinbouw was. Adviesbureau Mckinsey kreeg de opdracht om daarover een rapport te schrijven.

“Ik was toen voorzitter van DOOR (later omgedoopt in Growers United, red.). Wij vonden dat die crisis nogal meeviel. Ik belde Jelte van Kammen en we zeiden ‘het moet afgelopen zijn dat anderen over ons oordelen. Laten we zelf het initiatief pakken.’ Over de gewenste aanpak heb ik toen een houtskoolschets op papier gezet. Met andere voorlieden vormden we een clubje. Zo is FVO geboren, naar voorbeeld van de bouwsector. McKinsey ging de deur uit. Cees Veerman werd de eerste voorzitter van FVO.”

Ondertussen ontwikkelt FVO zich geweldig met projecten als de film Paved Paradise en de 100% groen teeltprojecten, stelt hij verder.

We gaan van familiebedrijven naar bedrijven van families

Doorpakken noodzakelijk

Over de ontwikkeling van de sector is hij dus positief mits er wordt ‘doorgepakt’! Op bedrijfsniveau ziet hij snel meer professionaliteit en schaalvergroting ontstaan die boven het niveau van het traditionele familiebedrijf uitsteekt.

“Je ziet nu in de tuinbouw behoorlijk grote ondernemingen ontstaan. We gaan van familiebedrijven naar bedrijven van families. Dat is goed, dan krijg je een volwassen business. Het betekent dat er ondernemingen ontstaan die heel complex zijn. Die nemen een steeds groter deel van de voortbrengingsketen voor hun rekening, van zaadje tot consument-klaar product. In glasgroenten is voorspeld dat er honderd bedrijven over blijven. Nu zijn het er nog ruim 350.” Nu al is van de 4.000 hectare vruchtgroenten zeker 3.000 hectare in handen van 100 bedrijven, stelt hij verder.

Dat is ook in lijn met het programma Van Ondernemer naar Onderneming dat Jasperse met Florpartners startte in 2017. “De nadruk dat je altijd je onderneming up-to-date moet houden. We merkten bij herstructurering in Coalitie HOT dat veel ondernemers hun onderneming gebruikten om van jong naar oud te gaan en niet meer investeerden omdat ze geen opvolger hadden.”

Ont-Thijssen

In feite is adviesbureau Florpartners 5 à 6 jaar geleden begonnen met ‘ont-Thijssen’, waarbij Jasperse meer naar de achtergrond ging. “Dat is geweldig verlopen. Er zijn nieuwe mensen bijgekomen die samen met bestaand talent, waaronder zoon Matthijs, het prima doen. Het is geweldig opgepakt, ik heb een feestelijke tijd gehad. Ik ben bijna 70, maar barst van de energie. Ik doe klussen in onderwijs, landschap en regionale economie. Ik ben ook mentor voor mensen die wilsonbekwaam zijn. Zo begeleid ik een ondernemer die manisch depressief is. Wat ik ook doe in dit natuurgebied in Strijen: ik ga wandelen met mensen die open met mij willen praten over van alles.”

Dieptepunt

Wat zou hij terugkijkend benoemen als dieptepunt? Dat lag in afzetbundeling. “Dat was in 2010 toen bij de bundeling in een associatie (APO) we één stem tekort kwamen. Ik heb het woord APO daarna niet meer in de mond genomen. Ik heb er niet veel last van gehad, ben rationeel. Was wel een gemiste kans.”

Hij noemt niet de zaak tegen het zogenaamde paprikakartel, waar hij via P8 bij betrokken was. ”Dat was rot, maar geen dieptepunt, we stonden in ons recht, bleek achteraf. Ik was helemaal niet een partij, heb wel meegedaan aan de verdediging richting mededingingsautoriteit NMA. Uiteindelijk is het met een sisser afgelopen, omdat de NMA fout zat.”

Die collectieven (achten) in aubergine, paprika en aubergine hebben volgens Jasperse toch veel opgeleverd. Ze hebben de zelfstandigheid van productgroepen vergroot. Ook hebben ze de onderlinge verhoudingen verbeterd. In 2005 waren de verhoudingen slecht, na het weglopen bij The Greenery was er veel animositeit.

Hekel aan aandacht

Jasperse was lange tijd zeer zichtbaar in de tuinbouw en dan vooral glastuinbouw. Toch zoekt hij persoonlijke aandacht niet op, ook niet bij zijn afscheid. “Ik heb een hekel aan persoonlijke aandacht, maar voor mijn afscheid afgelopen augustus heb ik gezegd: ‘oké, prima, maar dan in beperkte kring’. Ik heb met honderden mensen nauw samengewerkt bij het Proefstation Naaldwijk, veiling CHZ, The Greenery, Beekenkamp en Florpartners.”

“Ik heb mensen uitgenodigd waarvan ik denk dat ik invloed op hen heb gehad en zij op mij. We hebben toen gezegd: ‘laten we het hebben over de toekomst van leiderschap.’ We komen uit een wereld van top-down, en we zullen nu – als we willen blijven bestaan – bottom-up moeten gaan werken. De nieuwe generatie wil samenwerken, is goed opgeleid en wil iets te vertellen hebben.”

Verrijk jezelf voortdurend met opleidingen

Daar geeft Jasperse via een persoonlijke anekdote nog een tip aan jongeren. “In mijn tienerjaren was ik een verlegen jongetje. En werd in discussies, zoals een keer met oud-minister Bukman, hard onderuit gehaald. Via een stevige cursus retorica ben ik daar vanaf gekomen. Dus verrijk jezelf voortdurend met opleidingen.” 

Zelf had Jasperse lang een sterke focus op afzetvraagstukken. De oorsprong lag misschien wel in zijn eigen tijd als teler. Hij stapte in het familiebedrijf door familie-omstandigheden, maar voelde zich gemangeld door de groothandel die in Walcheren afnam. “Feitelijk is de belangrijkste drijfveer in mijn werk altijd ‘de emancipatie van de tuinder geweest.”

Wekelijks up-to-date

Twee keer per week gratis het laatste tuinbouwnieuws en inzichten in je inbox.

Sluit je aan bij meer dan 9.000 andere nieuwsbrieflezers