Bij subsidiezaken voor landbouwkundig onderzoek in Nederland zijn nu teveel ambtenaren betrokken.
In een rapport over de stand van zaken van landbouwkundig onderzoek in Nederland blijkt winst te halen in de aansturing. Bij de directie Agrokennis van het ministerie van EZ en de beleidsdirecties is er een sterke tendens om vanuit beide directies te willen sturen op projectniveau, schrijven de onderzoekers. Ook bij de DLO (onderdeel van Wageningen UR) moeten onderzoekers teveel tijd steken in tussenrapportage naar management, terwijl ze beter meer tijd kunnen besteden aan het bekend maken van onderzoeksresultaten.
De onderzoekers van Dialogic beschreven veranderingen in landbouwkundig onderzoek, waar een aardverschuiving plaatsvond met het wegvallen van de productschappen en de inrichting van de topsectorenstructuur. Huidige bezuinigingen brengen de internationale positie van het Nederlandse landbouwkundig onderzoek in gevaar.
Ook schetsen onderzoekers het gevaar dat de sterke invloed van het bedrijfsleven het onderzoek teveel gaat sturen naar korte termijnzaken. Daarbij zouden maatschappelijke thema’s blijven liggen, is het gevaar. Hoewel de huidige structuur en procedures voor toponderzoek complex zijn, waarschuwen de onderzoekers dat tijd en rust nodig is. Veranderingen in het subsidiestelsel leiden per definitie tijdelijk tot minder doelmatigheid.
Wel wordt opgedane kennis uit landbouwkundig onderzoek beter benut in besluiten in het bedrijfsleven of daarbuiten, blijkt uit het onderzoek.