‘Temperatuur nog belangrijker dan vocht bij schermen voor komkommer’

Er is goed de groei gekomen in het komkommergewas van de Proloog bij Corné Stouten in Oosterland.

“Het is hard gaan groeien. En de productie is in week 17 ook echt losgebarsten. Het pakt allemaal net goed uit. Eerder hebben we een soort hoos in de oogst gehad, met daarna weer even wat minder komkommers. Maar nu is het gewas goed in balans gekomen, en staat het vol in belasting.”

In de afdeling waar de stengel tijdelijk is verlengd, om meer stammers te kunnen oogsten en de rankontwikkeling uit te stellen, is de plantbalans beter dan in de kas waar deze proef niet is uitgevoerd. De productie ligt er nog steeds ongeveer vier vruchten/m2 voor. Aan de stam was dat eerder zelfs zes stuks.

Intensiever schermen

Dankzij de uitgestelde rankontwikkeling was ook langer en makkelijker te schermen. Met oog op energiebesparing is ook intensiever geschermd. “Wij hebben zelf gelukkig nog niet veel last van hoge energieprijzen, maar proberen wel bewust en zuinig met gas om te gaan.” Het AC-folie heeft er tot 24 maart in gelegen. “Voor ons doen is dat heel laat. Maar we hebben er geen nadelen van gezien. Ook niet met Mycosphaerella.”

Meer balans houden

Ook bij het gebruik van de schermdoeken merkt Stouten dat er meer mogelijk is dan gedacht. “Ik was altijd bang dat je het te klammig maakte. Maar temperatuur blijkt veel belangrijker dan vocht. Ondanks dat we iets vochtiger telen, hebben we veel minder Botrytis aantasting. Een geleidelijker overgang van de dag naar de nacht geeft meer rust, en meer balans in de plant. Dat gaat beter dan minder schermen en een hete buis onderin. Je voelde dan toch altijd dat de warmte van die harde buis botste met de kou die van het dek kwam. Nu is het gewas altijd warm.” Het scherm gaat makkelijk dicht. Tot de voornacht wordt er wel met een flinke kier gewerkt, die bij het opstoken steeds kleiner wordt. Rond 8.00 trekt het doek dan weer open.

“De huidige situatie met hoge energiekosten is niet wenselijk, maar het is wel een leerzame tijd. Waarbij ik moet zeggen dat we in maart wel het weer mee hebben gehad. Als het toen regenachtig en donker was geweest, dan zou het niet meegevallen zijn.”

Heel geleidelijk opwarmen

Bij de klimaatinstellingen gaat de temperatuur rond 18.00 uur of 19.00 uur naar 17 graden Celsius, met een lichtverlaging van een graad bij zonnige weersomstandigheden. Dat blijft zo tot 03.00 uur, waarna heel geleidelijk, met hooguit driekwart graad per uur, naar de dagtemperatuur van 19 tot 19,5 graden toe wordt gewerkt. Die moet rond 07.00 uur bereikt zijn. Rond 11.00 uur gaat de temperatuur naar 20,5 graden Celsius, wat met zonnig weer vanzelf gaat.

Plagen

Sinds zo’n drie weken zit er wittevlieg, waar hij jarenlang geen last van heeft gehad. Naast het uitzetten van montdorensis en het gebruik van gele vanglinten heeft hij ook Neem-olie producten gespoten. Daarmee loste het probleem zichzelf op.”

Verder is er ongeveer een maand terug een luisje gevonden. “We hebben Tepekki ingezet. Ik zie nu niets meer.” Verder probeert hij bij benodigde bespuitingen altijd NeemAzal mee te mixen. “Dat kost allemaal geld, maar het geeft een enorme verlichting op de plaagdruk.”

Het uithangen van zakjes tegen spint was afgelopen jaren afdoende tegen deze plaag. “Maar met die schrale maand maart hebben we nu serieus Phytoseiulus in moeten zetten, en hebben een keer pleksgewijs in moeten grijpen met een correctie-bespuiting.”

Virus

Qua ziektes is er wat bontvirus gevonden. De teler is dat inmiddels wel gewend door de loop der jaren. “Met de huidige groeikracht maak ik mij daar niet zo veel zorgen over.” Het is de bedoeling dat het gewas tot half juli mee gaat, om dan plaats te maken voor de tweede en laatste teelt.

Gewas open houden

Het gewas van Proloog groeit makkelijk vol. “Als die even de ruimte krijgt, gaat die ervandoor.” Dat betekent soms rigoureus zorgen dat het gewas open genoeg blijft. “Rankjes toppen en een rondje met het mes erdoor om blad weg te snijden. Zodat we bij het oogsten niet te veel moeten zoeken naar de komkommers.”

Auteur: Peter Visser