De volledig doorberekende kostprijs van Nederlandse glasgroenten inclusief alle milieukosten is significant hoger dan de reguliere productiekostprijs.
De vijf grote groentetelersverenigingen hebben in FVO-verband de ecologische impact van 1.400 hectare glasgroente laten berekenen. De scores van de tomaten, paprika’s, komkommers en andere glasgroenten zijn beoordeeld op de 16 categorieën van de zogeheten product environmental footprint category rules (PEFCR).
Het verschil tussen die milieuprijs en de reguliere kostprijs is een rekening die nu in feite niet of onvoldoende wordt betaald, stelt Emile Stöver van Florpartners, woensdag op een bijeenkomst van Stop The Food Fight in Amsterdam. Stöver heeft zich het afgelopen jaar intensief met dit project bezig gehouden. De footprint-berekening is ook doorgerekend door onderzoeksbureau CE-Delft. Ook is gekeken naar de stappen die telers kunnen maken om de milieuprijs omlaag te krijgen. En in hoeverre die óók de reguliere kostprijs omlaag kunnen brengen.
Maatschappelijke nutsdiensten waarderen
In het project Belonen en Beprijzen worden ook de maatschappelijke nutsdiensten die de glasgroenteteelt levert op een rijtje gezet en voor zover mogelijk van een financiële waarde voorzien. “Het balanceren van het stroomnet is zo’n nutsdienst. Daar krijgen telers al voor betaald, maar het is goed om dat wel te benoemen.” Ook aan de waarde die groente heeft als gezond product dat preventief werkt om zorgkosten in te perken, probeert het project een prijskaartje te hangen.
“Het is een ingewikkelde som om te maken. En het is niet onze bedoeling om ons al die meerwaarde ook volledig toe te eigenen”, zegt Stöver. “Wel om het voor iedereen transparant te maken.”
Niet alleen bewegen als het direct rendeert
De aanname dat extra duurzaamheidsmaatregelen kostprijsverhogend werken, is door dit project ook nog zeker niet onderuit gehaald. “Een aantal van die stappen past nog niet goed in de bedrijfsvoering, kunnen financieel nog niet uit”, aldus Stöver. Maar anderzijds is de aanname dat telers die stappen pas nemen als ze door de markt worden betaald te kort door de bocht, stelt aubergineteler Rob van Duijn, ook aanwezig in De Balie. “Dat er in de glasgroente nog maar minimaal chemische middelen worden gebruikt, dat zijn we in de eerste plaats gaan doen vanuit een eigen innerlijke overtuiging.”
Van Duijn is sinds dit najaar voorzitter van Kom in de Kas. Hij ziet dit project en ook het FVO-project 100% Groen – waaraan hij op zijn eigen bedrijf actief meedoet – als zeer waardevolle projecten voor het maatschappelijk debat. “Een debat dat je het beste kunt voeren op basis van je eigen bedrijf.”
Transformatie, transparantie en dan transactie
Ook Michel Scholte van het Impact Institute ziet die volgorde als de juiste. “Je zet als teler een transformatie in gang, communiceert daar transparant over en kunt dat dan ook omzetten in een transactie.” Scholte schetste op dezelfde bijeenkomst in De Balie hoe er al sinds 1948 in de Verenigde Naties wordt gewerkt aan methodieken om de waarde van werk en de waarde van milieu te koppelen aan de mensenrechten.
Respecteren van VN rechten geeft betaalplicht
Het respecteren van de door de VN overeengekomen rechten van mens en dier en natuur, daar hoort volgens Scholte ook een betaalplicht aan vast. Ook voor de boeren en tuinders die nu deels niet betalen voor zaken waar ze wel een negatieve impact op hebben. “Maar evenzeer voor de consument die overigens vaak ook best bereid is meer te betalen voor bijvoorbeeld landschapswaarde, mits dat helder en betrouwbaar wordt gecommuniceerd. En óók door overheden die financieel veel baat hebben bij de preventie van zorgkosten door een gezonder dieet met veel groente en fruit. De kunst is om aan die ‘true value’ van een product op een beleidscoherente manier een prijskaartje te hangen.”