Acht glastuinbouwbedrijven in Luttelgeest en Flevolandse overheden hebben woensdag een convenant getekend voor de gietwatervoorziening in het tuinbouwgebied.
Het convenant is het resultaat van de samenwerking die in 2012 op gang kwam nadat gebleken was dat de provincie en de telers botsten over het gebruik van grondwater voor gietwater en het terugbrengen van brijn in de ondergrond. De bedrijven beschikken over hemelwateropvang maar dat is onvoldoende om het hele jaar de gietwaterbehoefte in te vullen. Daarom pompen verschillende bedrijven grondwater op dat via omgekeerde osmose wordt ontzilt. Als gevolg van bezwaren van de provincie is een project gestart om de knelpunten en de verschillende alternatieve werkwijzen op de teeltbedrijven tegen het licht te houden. Duurzaamheid is bij de keuze van de verschillende keuzeopties de belangrijkste maatstaf geweest.
Hemelwatercluster
In het convenant is vastgelegd dat er in 2018 een duurzame oplossing voor het gietwatergebruik zal worden ingevoerd die voor alle telers in het gebied bruikbaar is. Tevens betekent de ondertekening dat de Provincie het toezicht overdraagt aan de gemeente Noordoostpolder. Voor verdere uitwerking liggen nu twee scenario’s op tafel. Het ene is een ambitieus plan waarbij het hemelwater van gebouwen op industrieterreinen in Emmeloord en Marknesse wordt opgevangen. Voordeel voor de exploitanten is dat er geen vervangend oppervlaktewater gecreëerd hoeft te worden. Het transport en de opslag kunnen serieuze uitdagingen vormen vanwege de afstanden en grote volumes.
Of optimalisatie grondwater
Een tweede optie is het optimaliseren van de huidige praktijk van omgekeerde osmose. Onderzoek moet uitwijzen of het mogelijk is om het brijn zo dieper in de grond terug te brengen dat de ec nagenoeg gelijk is aan het zoute water. Daarbij zal wel het ‘stand still’-principe gelden: de samenstelling van het diepe grondwater mag niet noemenswaard veranderen. Wellicht helpt het bij dit scenario dat onlangs de eisen voor brijlozing zijn versoepeld.