De belastingdienst kantoor Den Haag had een teler het fiscale voordeel Energie Investeringsaftrek EIA jaar 2009 moeten toekennen.
Het Gerechtshof Den Haag oordeelt dat de belastingdienst niet volgens de letter van de wet kan optreden bij de investering door dit bedrijf. Het betrof een bijzondere situatie, een verschuiving van het bedrijfsmiddel binnen twee BV’s, waartussen een fiscale eenheid bestond. De investering van ruim één miljoen euro werd in 2008 gedaan met het doel een EIA-investeringsaftrek aan te vragen. Toen de teler uit de fiscale eenheid trad kreeg deze de rechten en verplichtingen overgedragen in 2009.
De wettelijke voorwaarden voorzien niet in zo’n transactie, oordeelt het hogere gerechtshof en vernietigde het besluit van de rechtbank om de EIA-aftrek te weigeren.
Het gerechtshof keek vooral naar de intentie van de teler. De investering is gedaan met het oog op een EIA-aftrek en die is alleen door de teler geclaimd. De rechter oordeelt dat de teler over 2009 toch ruim 440.000 euro mag aftrekken voor de energie-investering in de WKK.
De rechter laat de teler de mogelijkheid een recht van opstal aan te vragen voor de WKK. In 2009 was een WKK een roerend goed, na een uitspraak van de Hoge Raad in 2013 heeft een WKK de status van onroerend goed.
De belastingdienst wordt opgedragen de procedurekosten van de teler te vergoeden.