De fipronil-affaire rijt diepe wonden in de pluimveehouderij. Gedupeerde bedrijven verkeren op de rand van de afgrond. Aan de keukentafel is het stil. Ondernemers hebben het ook emotioneel zwaar. Het is een gevoel dat veel glastuinders kennen.
Voor glastuinders is de fipronil-affaire een déjà vu. In 2011 hield de Ehec-bacterie huis. Eerst nog gold de komkommer als boosdoener. Later waren tomaat en paprika onterecht verdacht. De totale schade voor Nederlandse tuinbouw oversteeg € 150 miljoen.
De fipronil-affaire heeft iedereen weer op scherp gezet. Ook de tuinbouw. De sector heeft sinds 2011 echt niet stilgezeten, maar toch.
Toezicht en controle
De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) houdt toezicht op de veiligheid van het voedsel. Dit is toch vooral een controle op het toezicht. De autoriteit toetst of GlobalGAP voldoet aan hygiënecodes, residunormen, et cetera.
De sector zelf gaf in mei 2013 het startsein voor de Stichting Monitoring Voedingstuinbouw, roepnaam Food Compass. Food Compass controleert jaarlijks 2.000 monsters op residuen. Ook controleert de stichting op microbiologische besmetting bij verse, onbewerkte groenten, fruit en paddenstoelen.
‘Goedgelovig’
Peter Verbaas, directielid GroentenFruit Huis én bestuurder van Food Compass, gaat een vergelijk met de eisersector niet aan, maar trekt wel lessen uit het eierschandaal. “Boeren en tuinders zijn erg goedgelovig”, zegt hij. “Iemand komt met een oplossing voor een groot probleem. Er wordt dan onvoldoende doorgevraagd.”
Eerder al benadrukten afnemers dat telers hun positie in de voedselketen niet moeten onderschatten. In de industrie bestaan strakke hygiëneprotocollen. Op productiebedrijven ligt dat vaak toch net iets soepeler, terwijl deze wél onderdeel uitmaken van dezelfde keten.
Risico’s van nieuwe producten
Het gevaar zit ook in het onbekende. Schoonmaakmiddelen bijvoorbeeld staan niet geregistreerd in GlobalGAP. En wat te denken van de trend van rauw voedsel in smoothies. Veel veiligheidseisen zijn gebaseerd op een gekookte consumptie … In potentie zit in deze nieuwe gebruiken risico.
Voorkomen dus, en als het dan toch misgaat: communicatie in de eerste 48 uur is cruciaal.