In 2000 was nog niet de helft van onze groenten en fruit in de winkel verpakt. Inmiddels is dat drie kwart. Daar zijn allerlei redenen voor. Maar ook is er weerstand. Want de wereld komt langzaam om in al die miljoenen kilo’s plastic. Overstappen naar andere materialen? Beter recyclen? Of toch weer onverpakt?
Een kleine aardbeienteler in het midden van het land. Levert zijn aardbeien in plastic bakjes. Een verpakkingenverkoper ziet die bakjes, met de naam van het bedrijf erop en komt spontaan langs met zíjn ‘duurzame punnets’ van crèmekleurig houtpulp. De teler is er niet en vindt de bakjes, met een kaartje erbij. Een paar dagen later een mail: “Vandaag in De Buurtwinkel in Lutjewoude je mooie aardbeien gezien. Helaas in plastic verpakt. Ik heb al eerder duurzame punnets voor aardbeien bij je op kantoor achtergelaten. We zijn producent hier in Nederland van deze punnets. Enz., enz….”
Zo krijgen alle tuinders voortdurend aanbod van nieuwe producten en oplossingen van problemen waarvan ze zich misschien nog niet eens bewust waren. O ja, duurzamere bakjes. Want de consument ergert zich misschien aan mijn plastic bakjes. Maar de teler weet ook wel dat er weleens een aardbei ‘lekt’ of dat zo’n bakje door andere oorzaken nat wordt. Wordt dat niet een bende? En vindt de consument het niet juist fijn om door het transparante plastic ook de onderste vruchten te kunnen zien? En wat kosten deze bakjes? En kan er ook een deksel of een topseal op?
Lees verder onder de foto‘s
5 hoofdaspecten in onderzoek verpakkingen
Ook onderzoeker Maxence Paillart van Wageningen UR bekijkt verpakkingen van zoveel mogelijk kanten. Grofweg spelen in het onderzoek 5 hoofdaspecten. Hoe presteert een verpakking als het gaat om:
- productkwaliteit en houdbaarheid
- voedselveiligheid
- voedselverspilling
- milieu
- bedrijfseconomie
Omdat tuinbouwproducten ook nog eens langs een lange en ingewikkelde keten moeten reizen, is een helder afgewogen oordeel over verschillende verpakkingsvormen verre van eenvoudig. Maar tuinders en handelaren staan voortdurend voor zulke afwegingen. Een afweging die ook wordt beïnvloed door steeds nieuwere en betere manieren om de kwaliteit van producten in de keten van gekoeld transport te meten.
Paillart: “We zijn nu in het project GreenCHAINge bijvoorbeeld naar het afrijpen van steenfruit aan het kijken. Pruimen en avocado’s gaan pas echt rijpen als ze geplukt zijn. Hoe kun je dat in de keten remmen of juist stimuleren? Zonder dat dat koelschade geeft of product dat onrijp in de winkel terechtkomt. En wat is daarbij het effect van verpakkingen?”
Verpakking maken van tomatenblad
De duurzaamheid staat de laatste tijd weer vol in de schijnwerpers, weet Paillart. In Wageningen zijn onderzoekers met extra aandacht aan het kijken naar biobased materialen. Wat is er immers mooier dan met afvalstromen uit de sector zelf weer verpakkingen te maken voor verse producten.
Paillart: “We kunnen bijvoorbeeld met karton en vezels uit tomatenblad een prima bakje maken om weer nieuwe tomaten in te verpakken. Maar dan komt ook de logistiek om de hoek kijken. Je wilt door het hele seizoen voldoende blad beschikbaar hebben. Dan moet je het bladplukken en het afvoeren al zo organiseren dat het niet als afval maar als een grondstof wordt behandeld. En wordt het aan het einde van het seizoen verzameld, dan zitten er weer plastic touwresten doorheen.”
Retail leidend in keuze verpakking
Niet elke tuinder hoeft de keuze voor deze of die verpakking in zijn eentje te nemen. Bij telersverenigingen werken specialisten die kunnen adviseren bij de afweging. Coöperatie DOOR is zeer voortvarend bezig met verpakkingen, getuige de bouw van een compleet nieuw verpakkingsstation. Volgend jaar om deze tijd zullen daar paprika’s, tomaten, aubergines en komkommers gereed worden gemaakt voor hun verdere reis naar de boodschappenrassen van consumenten in Nederland en de rest van Europa.
Wat niet wil zeggen dat nu niet ook al intensief wordt nagedacht over hoe die verpakking eruit moet zien. “De retail is leidend”, stellen business developer Martijn Kesteloo en manager kwaliteit en voedselveiligheid Jacques Wolbert van DOOR. “Maar retailers in de verschillende landen waar wij onze producten aan verkopen hebben allemaal te maken met verschillende regels en systematiek.”
Beleving van consument
In Duitsland bijvoorbeeld wordt verpakkingsafval in minder fracties apart ingezameld dan in Nederland. Van een Engelse klant krijgt DOOR de rol met plastic folie, voorbedrukt en wel, kant en klaar binnen. Per klant zijn de wensen anders, per land is de perceptie van de eindconsument ook weer anders.
“In Nederland ligt plastic nu erg onder vuur. Papier ligt hier veel beter in de beleving van de consument. Wij streven zelf naar zo duurzaam mogelijke verpakkingen, maar dat kun je op heel veel verschillende manieren bereiken. Het is voor ons productietechnisch wel makkelijk om precies de specificaties van een klant op te volgen, zeker als we straks nieuwe lijnen hebben die eenvoudiger nog zijn aan te passen. Maar we denken ook zelf na over alternatieven.”
Eenvoudig winst behalen
Alternatieven zijn soms heel eenvoudig: dozen met minder karton of dunner folie. Ook zoiets als het topsealen van plastic bakjes met bijvoorbeeld aardbeien of blauwe bessen in plaats van losse dekseltjes scheelt veel in gewicht – en is ook nog eens handig voor consumenten.
Verder kan het slim zijn etiketten van een ander materiaal te maken, zodat de verpakking in zijn geheel als ‘monomateriaal’ de plastic recycling in kan. Wil en kan je gebruikmaken van een reeds gerecycled materiaal? En hoeveel van wat je de wereld in stuurt moet naderhand zelf ook weer recyclebaar zijn? En wat te denken van verschillende soorten inkt voor het bedrukken van de verpakking. Ook daar is duurzaamheidswinst te halen, terwijl het natuurlijk sowieso voedselveilig moet zijn.
En dan denken de mensen van DOOR na over het gebruiken van heel andere materialen dan die we nu kennen en gewend zijn. Zeewier als grondstof, of olifantengras. Of een materiaal dat zijn comeback maakt: bakjes van kartonpulp. Een voorbeeld bij DOOR is het nieuwe schaaltje voor de trostomaten. Niet meer van plastic, maar van dat kartonpulp. Nog niet altijd even makkelijk echter om die nieuwe materialen op industriële schaal in te zetten. En wil de klant het wel?
Biobased Westland
Die twee beperkingen hebben jarenlang de ontwikkeling van biobased materialen in de verpakkingspraktijk in de weg gezeten. In het Westland werd jaren geleden al ingezet op het gebruik van plantenresten uit de kassen als grondstof. Daar heeft DOOR van meet af aan aan meegedaan, stelt Kesteloo. Maar de tijd moet er ook rijp voor zijn.
Dat lijkt nu het geval. Eerder dit jaar werd het brancheplan van de tuinbouw voor vermindering van verpakkingsafval vastgesteld. Dat plan is nog gebaseerd op vrijwilligheid. Maar ook kwamen de supermarkten en de overheid tot een verpakkingenconvenant en daar staan wel harde afspraken in over vermindering van de milieudruk. Per 2025 gebruiken de supers 20% minder verpakkingsmateriaal, zijn die verpakkingen voor 95% recyclebaar, bestaat het plastic verpakkingsmateriaal voor 50% uit gerecycled materiaal en is papier en karton 100% gecertificeerd.
Lees ook: Plan moet groei verpakkingen AGF terugdringen
De komende jaren zullen de inkopers en category managers van de supermarkten, vanwege dit convenant met de overheid, steviger worden aangestuurd door duurzaamheidsmanagers. Vandaar ook de test die Albert Heijn dit voorjaar deed met een zo goed als plasticvrije agf-afdeling.
Lang geen unieke test overigens. Retailbedrijf Udea laat in de 80 winkels van Ekoplaza al jaren zien dat het met de verpakkingen van groenten en fruit best zonder al dat plastic kan. En niet alleen op de agf-afdeling. Anderhalf jaar geleden werd er zelfs twee maanden lang een geheel plasticvrije winkel gerund.
Kwaliteitsmanager Steven IJzerman: “De ervaringen uit die pop-upstore hebben we vervolgens in alle gewone winkels doorvertaald. Als een plastic verpakking niet nodig is, dan doen we het niet. Voor de agf-afdelingen hebben de klanten dus vrijwel altijd de mogelijkheid om producten los te kopen in precies de hoeveelheid die ze zelf willen.”
Lees verder onder het Facebook-bericht
Geen onderscheid tussen biologisch of gangbaar
Een voordeel dat Ekoplaza heeft, is dat er geen onderscheid hoeft te worden aangebracht tussen een biologische en een gangbare bloemkool of komkommer. Iets waar Jumbo onlangs nog de twijfelachtige prijs van Mispaksel van 2019 voor kreeg: paprika verpakt in een in de recycling verwarrend zakje van bioplastic. Bij Ekoplaza sowieso onnodig.
IJzerman: “En als we het over de komkommer hebben, daar wordt de folieverpakking altijd aangehaald als functioneel, want de houdbaarheid bevorderend. Ja, dat is zo, maar als je je keten strak inricht, dan gaat ook een onverpakte komkommer bij de klant thuis nog lang genoeg mee.”
Recycling is een mooie tussenoplossing, maar niet de eindoplossing
Composteerbaar folie kan wél in gft
Uitzonderingen zijn er wel. Zachtfruit en cherrytomaatjes zijn net iets te teer om door de consument zelf in een bakje of zakje te worden gedaan. Die zitten dus wel in bakjes van karton of rijstvezel, met composteerbaar folie eromheen. “We hebben een folie die in de gft-bak kan, maar die ook als ze per abuis in de plastic recycling terecht komt daar het proces niet verstoort.”
“Overigens zijn we overtuigd dat recycling een mooie tussenoplossing, maar niet de eindoplossing is. En ook van verpakkingsmateriaal dat wordt gemaakt uit materiaal van speciaal daarvoor geteelde planten zijn wij geen voorstander. We blijven daarom investeren in innovatie, zoals het bakje van rijstvezel. Dit wordt gemaakt van rijstplanten die anders verbrand werden.”
Luchtkasteel najagen?
Maar jagen we met die moeizame zoektocht naar hét nieuwe materiaal dat op al die 5 bovenaan genoemde aspecten presteert niet een luchtkasteel na? Het zal niet verbazen dat directeur Joan Hanegraaf van Oerlemans Plastics en Oerlemans Packaging geen seconde twijfelt aan de niet te evenaren functionaliteit én duurzaamheid van plastic als verpakkingsmateriaal voor groenten en fruit.
Het schoolvoorbeeld vindt hij de folie om komkommers. Dat verbetert de houdbaarheid en gaat voedselverspilling tegen. “Met een nevelinstallatie in de winkel haal je dat effect nooit. Dat helpt al sowieso niet in de rest van de keten, zeker niet bij de consument thuis.”
Onze CO2-footprint verbetert niet als we plastic vervangen door andere materialen
Het uitbannen van plastic als verpakkingsmateriaal voor groenten en fruit lost volgens Hanegraaf ook niet direct een probleem op. “Het zwerfvuil dat uiteindelijk als plasticsoep in de oceanen terechtkomt, daar zitten zo goed als geen groente- en fruitverpakkingen bij. Die gebruikt de consument thuis, in de keuken, worden netjes ingezameld in de PMD-zak (plastic/metaal/drankkartonnen; red.) en komen dus niet op straat terecht.”
Ook onze CO2-footprint verbetert niet als we plastic vervangen door andere materialen zoals papier, karton, metaal, glas en textiel. Hanegraaf stelt, bevestigd door een recent rapport van het Economisch Bureau van ING en door Milieu Centraal, dat voor de plastic verpakkingen veel minder energie en water nodig is.
“En uit Deens onderzoek blijkt dat je een papieren tas 44 keer moet gebruiken om dezelfde milieu impact te hebben als een LDPE-plastic tas. En een linnen tasje moet je zelfs 20.000 keer gebruiken om je boodschappen mee te vervoeren voor dezelfde milieu impact. Die tassen moeten na gebruik dan natuurlijk niet als zwerfvuil eindigen”, zegt Hanegraaf.
2% van alle aardolie die omhoog wordt gepompt wordt gebruikt voor het maken van plastic verpakkingen
Dat plastic wordt vervaardigd uit aardolie en dat wij toch van olie en andere fossiele brandstoffen af willen is ook niet echt een probleem. “Maar 2% van alle aardolie die omhoog wordt gepompt wordt gebruikt voor het maken van plastic verpakkingen. En als je dat dan vaker dan tot nu toe kunt recyclen – en we gaan af van fossiele brandstoffen voor de auto, de industrie en verwarming – dan kunnen we nog héél lang vooruit.”
Voedselveiligheid argument nummer 1 voor plastic
Maar als belangrijkste argument vóór plastic noemt Hanegraaf voedselveiligheid. Een onderzoek door BEUC, de Europese koepel van consumentenorganisaties toont aan dat voedselverpakkingen gemaakt van gekleurd papier en karton – zoals koffiebekers en rietjes – chemicaliën kunnen bevatten en afgeven die afkomstig zijn van de inkt die voor het bedrukken worden gebruikt. Papier is het tweede meestgebruikte verpakkingsmateriaal voor levensmiddelen na plastic. In tegenstelling tot kunststoffen bestaan er echter geen EU-regels voor het gebruik van papier als materiaal dat in contact komt met voedsel, concludeert BEUC.
Hanegraaf: “Om van karton en papier voedselveilige verpakkingen te maken, moet je alweer coaten met plastic. Ook om het steviger te maken trouwens. Dat is wel weer rampzalig voor goede recycling. Papier wordt voor al die goede redenen in de voedingsmiddelenindustrie dan ook nog steeds vervangen door plastic.”
‘Closed loop recycling’
In 1996 haalde Hanegraaf al een master in circulaire economie. “Ik bepleit al sinds jaar en dag de zogenaamde closed loop recycling. Een gesloten kringloop. Niet alle plastic op één hoop, maar stromen gescheiden houden. Ikea maakt van gebruikte meubelfolie weer nieuw meubelfolie. In de Belgische bouw maken ze van gebruikte pallethoezen weer nieuwe pallethoezen. Ik zie dat ook voor bloemenfolie die na herverpakking overblijft als een logische oplossing.”
Het voorbeeld dat hij hier graag zou willen noemen is zo’n gesloten kringloop voor een van zijn meest verkochte producten: loopfolie. “Daar zijn we technisch klaar voor. Maar wie neemt de verantwoordelijkheid voor die afvalstroom? Wie is de eigenaar van dat afval? De organisatie van zo’n kringloop blijkt meestal ingewikkelder dan de techniek.”
Hanegraaf en zijn duurzaamheidsdirecteur Rob Verhagen nemen in elk geval hun verantwoordelijkheid in allerlei besturen, commissies, werkgroepen en fondsen. Daar proberen ze de discussie breder te trekken dan een in hun ogen veel te eenzijdige Strijd tegen Plastic.
Onze inzet: laten we met zijn allen ons gedrag verbeteren: recyclen waar het kan en het liefst in closed loops. Ook kunnen we recycling efficiënter en effectiever maken door monomaterialen te gebruiken.