Ruim 45 tuinders hebben zich verbonden aan het diepe aardwarmteproject Trias Westland. Afgelopen week zijn de handtekeningen gezet.
Ze vertegenwoordigen samen meer dan 28 MW aan warmte, waar de business case rekende op minimaal 25 MW. Daarmee is een grote stap gezet richting realisatie van de boring, maar een belangrijke fase is nu in volle gang: de Europese aanbesteding. Dan volgt de go-no go beslissing.
Volgens Marco van Soerland, directeur van het project, hebben telers langer de tijd gekregen om zich voor 15 jaar vast te leggen en mede-eigenaar te worden. Het zetten van de handtekeningen was al in maart voorzien. “Er zijn veel lange gesprekken geweest en per bedrijf is de informatiebehoefte over energietransitie ook verschillend natuurlijk. Oudere ondernemers hebben andere vragen dan jongere ondernemers moeten het ook meer doorleven. Wat betekent het bijvoorbeeld als ik wil stoppen? Daarvoor moeten goede zaken afgesproken worden, zodat dit geen beperking wordt.”
Voorzichtigheid
Anderhalf jaar geleden startte het traject met voorlopige contracten. Aanvankelijk werd de warmtebehoefte hoger ingeschat dan waar telers uiteindelijk hun handtekening voor zette. Van Soerland denkt dat als de capaciteit van het doublet vanuit de Triaslaag (4 kilometer diepte) hoger ligt (zeg op 35 MW) dat de bestaande telers die warmte dan ook zullen uitnutten. “Er is nu een voorzichtigheid die verdwijnt als ze gewend zijn met deze nieuwe warmtebron. Ik verwacht niet dat we nieuwe aansluitingen nodig hebben in zo’n geval.” Het koppelen van netwerken is ook een optie met aan te leggen warmtenetwerken in de regio.
Of de finale overeenkomt eind september getekend wordt, hangt onder meer af van de offerteronde die nu loopt. “Als uit de Europese aanbesteding komt dat de kosten voor boring 5 miljoen miljoenen hoger uitvalt, dan staat de business case op losse schroeven, maar ik merk dat de boorbedrijven eager zijn om een goede prijs neer te leggen. Het is spannend, omdat we het niet in de hand hebben, maar er staan genoeg boortorens stil.”
Cafetariemodel
Het consortium is in gesprek met banken, maar dat is niet meer het spannendste traject, aldus Van Soerland. “We weten ongeveer wel waar dat gaat uitkomen.”
Met het zetten van de handtekening is wel het model met eigenaarschap van telers uitgekristalliseerd. Dat is een belangrijke stap, omdat het model wordt gezien als voorbeeld om ook in andere polders of gebieden gezamenlijke infrastructuur te ontwikkelen. Van Soerland: “Dat klopt, het is een cafetariamodel dat dienst kan doen om het project op te schalen naar het hele Westland.”