De vakbonden FNV en CNV hebben in reactie op het ‘eindvoorstel’ van de werkgevers gisteren een nieuw voorstel teruggestuurd voor aanpassing van de Wet Werk en Zekerheid. Een gezamenlijk voorstel naar de minister mag niet ten koste gaan van de mogelijkheden van vast werk, met name in de glastuinbouw.
Kern van een gezamenlijk voorstel van werkgevers en werknemers aan de minister is in de ogen van de vakbonden een uitzondering op de sinds 1 juli geldige ketenbepaling. De onderbreking van zes maanden die moeten verstrijken voordat er een nieuwe reeks van tijdelijke dienstverbanden kan worden aangeboden is voor veel teelten in de tuinbouw niet passend. De bonden stellen een maximum voor van drie tijdelijke dienstverbanden in een periode van negen maanden, met daarna een onderbreking van ten minste 15 weken.
Verder stellen de vakbonden voor dat werknemers met seizoencontracten van 9 maanden of langer, na drie contracten als ze dat willen aanspraak kunnen maken op een contract voor onbepaalde tijd, waarbij de loonbetaling wordt gespreid over een periode van 12 maanden. In dat geval dienen werkgever en werknemer een gezamenlijk verzoek in bij de belastingdienst voor een regeling, waarin contracten met een ‘harde’ afspraak over een periode van ‘niet werken en wel loon’ worden geaccepteerd en ook in aanmerking komen voor de arbeidskorting over de totale periode inclusief die waarin niet wordt gewerkt.
“Op deze wijze sluiten wij aan bij de intentie van de WWZ om, waar mogelijk, bij meer continu werk meer zekerheid op werk te bieden”, aldus de bonden.
De bonden stellen dat de uitzonderingen op de WWZ in de lopende en van toepassing zijnde cao’s opgenomen moeten worden en op die manier algemeen verbindend verklaard kunnen worden. In ruil daarvoor willen de bonden akkoord gaan met een langere looptijd van vijf jaar. Daarnaast zou dan voor de afzonderlijke tuinbouwsectoren een ‘looncomponenten-cao’ kunnen komen, waarvan de looptijd telkenmale in onderhandeling wordt bepaald.