Bij de berekening van voedselverspilling wordt aan teeltbedrijven minder toegerekend. Toch zijn verspillingscijfers vertekend hoog.
Dat blijkt uit de Monitor Voedselverspiling van Wageningen University & Research. De onderzoekers zitten in een lastig proces. Ze moeten Europese definities van voedselverspilling gaan overnemen. Daarbij tellen reststromen die voor de oogst ontstaan niet meer mee als voedselverspilling. Ook reststromen die naar veevoer gaan, hoeven niet meer meegerekend te worden als voedselverspilling. Dat is beide gunstig voor telers van plantaardige producten.
Daarnaast blijkt dat de aannames voor na-oogstverspilling op primaire bedrijven te hoog zijn geweest in voorgaande jaren. Onderzoek levert een lager beeld op van verspilling op de bedrijven. Daardoor wordt in de monitor nu een lager percentage verspilling opgenomen voor deze bron.
Rammelende cijfers vanwege export
Ondanks deze lagere schattingen voor teeltbedrijven, is de verspilling in Nederland relatief hoog. Nederland is vijfde op een Europese lijst van landen met de meeste verspilling. Dit komt ook door de hoge exportcijfers in sommige ketens. Als de tomatensector 80% van de productie exporteert, wordt alle overgebleven verspilling uit teelt (na-oogst) wel voor Nederlandse verspilling meegerekend. Hierdoor zijn de Nederlandse cijfers stelselmatig te hoog en bijvoorbeeld Duitse verspillingscijfers te laag. Nederland is namelijk sterk gericht op die Duitse markt. Ook de Wageningse onderzoekers zetten vraagtekens bij het vergelijken van cijfers van EU-landen.
Ondanks verbetering toch meer voedselverspilling
Bij verwerking in de voedingssector is de grootste verspilling zichtbaar. Aan verspilling in verwerking en fabricage wordt beiden 1/3 van de totale verspilling toegerekend. Verspilling bij boeren en tuinders dekt ruim 15% van de totale omvang af en verspilling in detailhandel en distributie 7,5% van de totale omvang.
De Europese definitie leidt tot een totale omvang van voedselverspilling in Nederland in 2020 van 161 kilo per hoofd van de bevolking. Dit is een hogere omvang in vergelijking met eerdere rapportages, over 2019 was 88-136 kilo per hoofd van de bevolking gerapporteerd. Nederland moet namelijk ook niet-eetbare delen van afval van verwerking (zoals schillen en zaden) meerekenen.
Lees ook op FoodAgribusiness.nl: Minister Adema wil extra aanpak voedselverspilling