In week 47 is John Ammerlaan in Maasland de laatste paprika’s aan het oogsten. Ondertussen is ook het los zagen van de planten begonnen, als start van de teeltwisseling.
Ammerlaan: “De gele paprika’s brachten niets meer op, en we hadden ook te veel groen, door het uitblijven van zetting in de tweede week van september en de traagheid met donker weer daarna. Je hoopt altijd weer op een redelijk staartje, maar het was niets. Met wat het nog opbracht, na aftrek van de gaskosten, kreeg je het plukgeld niet meer terug. Na oktober moet je toch weg wezen met de teelt.”
Ook kwalitatief viel de allerlaatste oogst niet meer echt mee. De grofheid bleef wel goed. “Maar dat heb je al snel als het wat trager uitgroeit.”
Veel schermen
Ondanks de gasprijzen is er in de laatste teeltfase nog aardig doorgestookt. Pas echt op het eind is afgebouwd van 20,5 graden Celsius naar 18 graden overdag en 15 graden in de nacht. “Je moet toch een beetje doorgaan. Als je de verwarming te vroeg uit zet, gebeurt er niets meer en wordt het sowieso niets meer.”
Wel is veel geschermd om energie te besparen. Het doek lag zo veel mogelijk dicht. “Het scherm ging nog wel vier uurtjes per dag open. Anders wordt het zo hopeloos vochtig binnen. En anders krijg je ook voor jezelf zo’n drukkend klimaat om in te werken.”
Schoonmaak
Tijdens de teeltwisseling worden de standaard hygiënemaatregelen uitgevoerd. De binnenkant van de druppelslangen wordt gereinigd met chloor en salpeterzuur, de stekers worden aan de buitenkant in een emmertje met een chloor-oplossing gedoopt. Het gronddoek wordt volvelds gespoten met chloor. Hij gebruikt geen Formaline bij het schoonmaken van de kas. Een chloor-oplossing is goedkoper en minder agressief. “Formaline is ook niet nodig als je geen extreme ziektes hebt.”
Rassenkeus
Op 27 december start de nieuwe teelt weer. Met de rassenkeus gaat hij weer terug naar de voorheen geteelde en vertrouwde Stayer. “Je moet wel eens nieuwe dingen proberen, maar de Allrounder is bij ons toch niet helemaal bevallen, hoewel hij rond Bleiswijk knap gezet gaat worden. In het voorjaar ging het nog wel, maar daarna viel de productie niet mee. De zetting verliep ook moeizamer dan bij collega’s met Stayer.”
De te verwachten veel betere kwaliteit, met een beduidend lager percentage binnenland die een productieverschil goed zou moeten maken, kwam ook niet overtuigend uit de verf.