Doorgaan naar artikel

Techniek helpt ziektes opsporen

Gewasbescherming kan geoptimaliseerd worden door ziektes en plagen (vroegtijdig) te signaleren met innovatieve detectiemethoden.

Onder andere het meten van sporendruk, om alert te kunnen reageren op bijvoorbeeld Botrytis, kwam ter sprake tijdens een arenasessie die ‘Samenwerken aan Vaardigheden’ organiseerde in het kader van de ‘Maand van het Meten’. Ervaring leert dat de sporendruk op commerciële bedrijven relatief laag is, maar dat er toch tendensen waar te nemen zijn in de hoogte van de sporendruk. Omdat Botrytis niet actief is op dood materiaal, mag er vanuit gegaan worden dat er sprake is van een aantasting als de gemeten sporendruk oploopt.

Lastig is dat sporen zich ook aan het gewas hechten en dus bij weinig luchtbeweging slechts beperkt op geïnstalleerde sporenvangers terecht komen. Schaaltjes met een voor een bepaalde schimmel specifieke voedingsbodem ophangen is de goedkoopste manier om sporendruk te meten. Complexere sporenvangers die lucht aanzuigen zijn nog duur (rond de 2.500 euro) om in de praktijk toe te passen.

Automatische detectie

Diverse (camera)technieken zijn geschikt om door te ontwikkelen voor de automatische detectie van ziekten en plagen in de kas. Zo kunnen opnames, van de reflectie van een uitgezonden harde lichtflits met een bepaald lichtspectrum, verstoringen in het fotosynthese-proces herkennen. Met een verhoogde stress-meting is echter nog niet altijd direct de link naar een specifieke ziekte te leggen, al is onder bepaalde klimaatomstandigheden vaak wel bekend welke ziekteverwekker dan de grootste rol speelt in een gewas.

Autonoom scannen

Uiteindelijk is een sensorsysteem met gecombineerde technieken gewenst dat autonoom de hele kas scant en specifieke ziektes of plagen kan lokaliseren (via een gewaswagen die tussen gewasrijen door rijdt of aan een boom die over het gewas heen beweegt). Bij plagen is bijvoorbeeld met infrarood-belichting luizenpoep waar te nemen, of is aan de hand van kenmerkende bewegingen soms vast te stellen om welk plaaginsect het gaat.

Dergelijke technieken staan echter nog in de kinderschoenen. Er is ook zeer beperkt onderzoeksgeld beschikbaar om aan de verdere ontwikkeling daarvan te werken.

Relatie met meststoffen

Bladsapanalyses, in eerste instantie toegepast om de bemesting te optimaliseren, kunnen ook een indicatie geven van ziektes of juist van de tolerantie daartegen. Een hoge silicium-opname zit dikwijls gekoppeld aan een hogere meeldauwtolerantie. Er is ook een koppeling ontdekt tussen koper-cijfers in aardbeienblad en de gevoeligheid voor Phytophthora. Hoge nitraat-waarden hebben een relatie met meer gevoeligheid voor onder andere meeldauw, Botrytis, luis en spint. Een scheve kalium/calcium-verhouding recht trekken kan de kans op neusrot of bladrandjes verkleinen.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin