Er komt een nieuwe eenheid binnen het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) die gaat bepalen of uitzendbureaus worden toegelaten tot de markt voordat ze personeel uitlenen.
Deze toelatende instantie zal op de piek van haar werkzaamheden wel zo’n 200 mensen sterk zijn. Dat schrijft minister Eddy van Hijum in een brief aan de Tweede Kamer. Vanwege de zwaarte van het uitvoerend werk dat aan de Wet toelating terbeschikkingstelling van arbeidskrachten (Wtta) vast zit, werd de behandeling van het wetsvoorstel in november nog uitgesteld.
De toelatende instantie zal namens de minister besluiten nemen over toelatingen van uitzendbureaus en andere uitleners van arbeidskrachten. Maar ook over schorsingen en intrekkingen van toelatingen. Daarbij gebruikt SZW zowel de inspectierapporten van private inspectie-instellingen als gegevensuitwisseling met zogeheten stelselpartijen. Met name de initiële toelating van alle circa 20.000 uitzendbureaus is een operatie die voor een overgangsperiode tot vermoedelijk in 2027 zal duren.
Kamermeerderheid voor Wtta waarschijnlijk
Als de nieuwe wet is aangenomen, mag er zonder toelating geen personeel worden uitgeleend. Dit vergunningsstelsel moet een belangrijke bijdrage leveren bij het aanpakken van misstanden in de uitleensector en de uitbuiting van arbeidsmigranten. Het herinvoeren van de bijna 30 jaar geleden afgeschafte vergunningplicht is een direct uitvloeisel van het werk van de Commissie Roemer in 2020 en 2021. De aanbevelingen van Roemer zijn door de vorige en de huidige Kamer breed gedragen en de verwachting is dan ook dat voor de Wtta zowel in de Tweede als in de Eerste Kamer een meerderheid is te vinden.
Waarborgen tegen te hoge kosten voor uitzenders
Daarbij speelt ook mee dat minister Van Hijum op vraag van Tweede Kamerlid Thierry Aartsen waarborgen heeft gegeven dat de kosten voor uitzendbureaus binnen de perken zullen blijven. De kosten die de toelatende instantie rekent zullen kunnen worden gedifferentieerd, zodat kleinere bureaus minder hoeven te betalen. De kosten van de inspecties door private partijen kunnen door SZW eventueel gemaximeerd worden, als zou blijken dat die ‘ongerechtvaardigd hoge tarieven hanteren voor hun diensten’.