Met de overname van het Italiaanse bedrijf Valagro heeft Syngenta een portfolio aan biostimulanten in huis gehaald. Daarnaast heeft Syngenta biocontrols op basis van natuurlijke micro-organismen.
Biostimulanten noemt Syngenta extracten van in de natuur voorkomende organismen. Ze hebben een effect op het metabolisme van de plant en zorgen daarmee voor een weerbaardere plant. Die zou dan beter tegen biotische stressomstandigheden kunnen, omdat de plant efficiënter water en nutriënten opneemt.
Volgens Kostas Dimasis, manager marktontwikkeling van het door Syngenta overgenomen Italiaanse bedrijf Valagro, onderscheiden de biostimulanten van zijn bedrijf zich van veel andere biostimulanten. Uit onderzoeken zou blijken dat ze onder stressvolle omstandigheden ten opzichte van het onbehandelde object in een range van 10 tot 25% gemiddeld voor 15% meer productie van het cultuurgewas zorgen. Het effect is afhankelijk van de mate van stress, het gewas en de toegediende dosis.
Greep uit portfolio
Dimasis ziet biostimulanten als een aanvulling op chemie en denkt dat de rol van biostimulanten in de toekomst alleen maar groter wordt. Viva is een van de biostimulanten uit het portfolio van Valagro. Het middel vergroot de vruchtbaarheid van de rhizosfeer. De biostimulant Radifarm stimuleert de groei van haarwortels. Megafol is een biostimulant op basis van groente-extracten die de fysiologische activiteiten van de plant stimuleert. Daardoor komt de plant abiotische stresssituaties sneller te boven.
Biocontroller Taegro
Een voorbeeld van wat Syngenta biocontrols noemt, is Taegro op basis van Bacillus amyloliquefaciens (stam FZB24). Het verschil met een biostimulant is dat de bacterie de concurrentie aangaat met schimmels ten aanzien van de beschikbare ruimte op het blad. Waar de bacterie (al) zit, kan geen schimmel meer groeien.
Verder produceert de bacterie anti-microbiologische metabolieten met een schimmelwerende werking. Net als biostimulanten vergroot Taegro als biocontrol de natuurlijke weerstand van de plant.
Toelating Taegro
In Nederland is er in de vollegrond een toelating van Taegro in erwt, boon, witlofwortels, aardbei, bladgroenten, koolgewassen en wortelgewassen met uitzondering van peen. Verder in uien (muv zaaiuien), sjalot, bosui, knoflook, stengelgroenten en kruidgewassen. Het middel heeft een werking tegen echte meeldauw, Alternaria, Botrytis en Sclerotinia en het onderdrukt (blad)ziekten.