In 2012 veroorzaakte de suzuki-fruitvlieg de eerste schade in Nederland. Het is niet goed te voorspellen of deze kennismaking de voorbode is van een groter probleem. Buitenlandse ervaringen leren echter dat de risico’s dusdanig zijn dat achterover leunen niet verstandig is.
Hoe kun je te weten komen of het beest aanwezig is, en wat moet je doen om problemen te voorkomen of in te dammen? Een allesomvattende bestrijdingsoplossing bestaat vooralsnog niet, een scala aan maatregelen is wel voor handen. Het sleutelwoord is bedrijfshygiëne. PPO-onderzoekers Herman Helsen en Gody Heijerman hebben de voornaamste maatregelen op een rijtje gezet.
Suzuki-fruitvlieg preventief aanpakken
De suzuki-fruitvlieg (Drosophila suzukii) tast vrijwel alle soorten zachtfruit aan en allerlei vruchten van wilde struiken en siergewassen. In algemene zin geldt: hoe dunner de schil en hoe zoeter de vrucht, hoe aantrekkelijker. De vrouwtjes prikken de rijpende vruchten aan en leggen er eieren in. Het zijn vervolgens de larven die de meeste schade veroorzaken.
De beschikbare chemische middelen hebben een zwakke werking op de vlieg. Dit voorjaar is daarom door de NFO een vrijstelling aangevraagd voor uitbreiding van het middelenpakket. Deze regeling is slechts 120 dagen van kracht. Aardbeitelers mogen Tracer gebruiken, nadeel is dat dit middel alleen is toegestaan in de bedekte teelten. Stellingen met kapjes of grote kappen worden beschouwd als ‘niet overdekt’, aardbeiteelten in tunnels zijn wel overdekt. Vliegtellingen kunnen eraan bijdragen de bespuiting op het meest optimale moment uit te voeren. De ervaring leert echter chemische bestrijding maar een deel van de oplossing is. Normaliter komen de eerste vliegen in het voorjaar van buiten het bedrijf: uit de (natuurlijke) omgeving, of met fruit dat van elders wordt aangevoerd. De problemen ontstaan als deze vliegen zich op het bedrijf gaan vermeerderen.
Wat doen en nalaten:
Geen fruit aanvoeren op het teeltbedrijf
De aanvoer van fruit, vooral fruit uit zuidelijker streken, vormt een groot risico voor de eigen teelt. Het is daarom van belang om handel en teelt zoveel mogelijk fysiek te scheiden. Huisverkoop, verkoop in de boomgaard, ook bij de buurman, kunnen een bron van infectie vormen. Als toch fruit op het bedrijf wordt aangevoerd, moet dat gebeuren in een gesloten koelketen.
Regelmatig en ‘schoon’ oogsten
Eieren worden gelegd in rijpende vruchten. Bij 25 graden Celsius duurt de levenscyclus 10 dagen. Op vruchten die een lange rijpingsperiode hebben, kan de suzuki-fruitvlieg de cyclus dus voor de oogst voltooien. Houd het plukinterval daarom kort, zodat aangetast fruit steeds wordt afgevoerd voordat de larven volgroeid zijn. Overrijpe of beschadigde vruchten niet laten hangen, die moeten apart worden gehouden en uit het perceel worden verwijderd. Dat geldt ook na de laatste oogstronde: geen vruchten laten hangen, die vormen een ideale kraamkamer voor een volgende generatie vliegen.
Afvalfruit afvoeren
Elke teler kent het beeld van de wolken fruitvliegjes boven een niet op tijd geleegde afvalbak of de composthoop. Om te voorkomen dat de suzuki-fruitvlieg zich op een dergelijke manier vermeerdert, moet alle afvalfruit zo snel mogelijk afgevoerd of verwerkt worden. Wat daarvoor de aangewezen manier is, zal per bedrijf verschillen en onder meer afhankelijk zijn van de hoeveelheid afvalfruit. Kleine hoeveelheden kunnen in dichtgeknoopte plastic zakken worden afgevoerd. Bij grotere hoeveelheden afvalfruit zijn tonnen of containers beter. Deze moeten hermetisch sluiten en enkele weken dicht blijven. Een andere mogelijkheid is eieren, larven en poppen van de fruitvliegen te doden door het afval in te vriezen of te verhitten.
Waarnemen
Om de aanwezigheid van volwassen suzuki-fruitvliegen vast te stellen, kan de teler vallen ophangen. Er wordt in Europa een groot aantal verschillende vallen en lokstoffen gebruikt. De eenvoudigste vallen bestaan uit een petfles met verdunde appelciderazijn (kader: zelf een val maken). In Nederland brengt onder andere de firma Vlamings in De Mortel een val met lokstof op de markt.
De aantrekkende werking van de vallen berust op geuren die lijken op die van rijpend of gistend fruit. Alle vallen hebben daarom gemeen dat ze te lijden hebben van concurrentie van rijpe vruchten. De vangst in de vallen geeft daarom een onderschatting van de werkelijke aanwezige aantallen vliegen in het veld.
Minstens zo belangrijk is de controle van de gevangen insecten. De lokstoffen trekken allerlei insecten aan. Grotere insecten kunnen worden buitengehouden door de invliegopeningen tot 2 à 2,5 millimeter grootte beperkt te houden.
In de loop van de zomer kunnen er ook honderden onschadelijke fruitvliegen in de val komen. Een ongeoefende waarnemer zal daarom zeker in het begin een microscoop nodig hebben om de suzuki-fruitvlieg vast te stellen.
Wegvangen
Iedere vlieg die in een val terecht komt, is meegenomen. Voor zo ver bekend is in proeven echter nog nooit aangetoond dat ‘wegvangen’ een aantasting structureel vermindert of voorkomt. Waarmee dus niet gezegd is dat de inzet van vangvallen niet zou werken als bestrijdingsmethode.
Controle van de vruchten op aantasting
Om te voorkomen dat een aantasting in het perceel zich ongemerkt uitbreidt, is het raadzaam om tijdens de oogstperiode regelmatig een monster te nemen. Verzamel verspreid over het perceel minstens vijftig vruchten en spreid ze uit op een schaal. Zet de vruchten in de vriezer bij -18 graden Celsius. Tijdens het bevriezen kruipen de oudere (grotere) larven uit de vruchten. Na enkele uren in de vriezer zijn de bevroren larven vervolgens eenvoudig te herkennen. Omdat eieren en jonge larven niet uit de vruchten kruipen, moet regelmatig bemonsterd worden.
Wat te doen met het fruitstalletje/huisverkoop?
In een aantal gevallen wordt het verkoopseizoen vervroegd met de verkoop van fruit uit Zuid-Europa. Het risico is dat al vroeg in het seizoen fruitvliegen op het bedrijf kunnen worden binnengehaald. Kortom: een professionele zachtfruitteelt combineert dus slecht met een fruitstal. Als toch fruitverkoop in de boomgaard plaatsvindt, moeten de genoemde maatregelen strikt worden nageleefd.
Landelijk monitoringsnetwerk
Recept voor een eenvoudige zelfbouwval:
-
Petfles (bijvoorbeeld een 0.5 liter colafles) of een transparante plastic beker met deksel.
-
20-30 gaatjes van 2mm diameter erin prikken.
-
Appelciderazijn verkrijgbaar in supermarkt (o.a. Jumbo en AH, azijnzuurgehalte 5%).
-
Twee delen azijn aanlengen met drie delen water, zodat mengsel 2% azijnzuur heeft. Druppeltje niet-geparfumeerde zeep of uitvloeier erbij om de oppervlaktespanning te breken.
-
Doe 2 cm vloeistof in de val.
-
Hang de val op een beschaduwde plek tussen het gewas.
Het onderzoek en het monitoringnetwerk worden gefinancierd door Productschap Tuinbouw, Fruitmasters, the Greenery, Veiling Zaltbommel, Berrybrothers en Blueberry World.