Goedkopere ondiepe geothermie kan in combinatie met de warmterotonde mogelijk toch kansen bieden. Ook is meer inzicht nodig in kansen voor diepe aardwarmteboring (Trias).
Dit blijkt uit een onderzoek van adviesbureau IF Technology in opdracht van de provincie Zuid-Holland. Tijdens de studie is een verschil van interpretatie van gegevens ontdekt voor diepe geothermie (in het bijzonder bij de zogenaamde Trias formatie). De onderzoekers adviseren om de resultaten van de boring in Naaldwijk (Trias Westland) af te wachten en deze daarna te vergelijken met de huidige onderzoeken die beschikbaar zijn. Daarmee wordt het project Trias Westland cruciaal voor de ontwikkeling van diepe geothermie.
Nieuwe kansen
De onderzoekers adviseren de provincie opnieuw te kijken naar winning van aardwarmte uit lagen op minder dan 2 kilometer. In combinatie met warmtepompen en de aan te leggen warmterotonde is de techniek mogelijk bruikbaar voor een deel van de bedrijven in de tuinbouw. Op verschillende plekken in de provincie is ondiepe geothermie mogelijk. Ingeschat is dat per bron 700 tot 2.000 woningen en 1 tot 5 hectare glastuinbouw van warmte kunnen worden voorzien.
Ondergrens
Met de huidige verdienmodellen is geothermie pas economisch rendabel vanaf een afzetmarkt van 6 à 8 hectare glastuinbouw of een minimum van tweeduizend woningen. Geothermieprojecten liggen nu veelal in de range van 5 tot 25 MWth. Hiermee is een gemiddeld GT-project minimaal vijf keer zo groot als een gemiddeld OGT-project en kent daarmee ook een andere doelgroep, schrijven de onderzoekers. Het gaat om laagwaardiger warmte.
Voorne-Putten
Het winbare potentieel aan geothermie in Zuid-Holland is tenminste even groot als de nu ingeschatte wenselijke omvang van warmtelevering in de Zuidelijke Randstad in 2050, namelijk 40 PJ. Dit is exclusief ondiepe en ultradiepe geothermie. Op termijn kunnen geothermiebronnen, met name bij Voorne-Putten- direct aangesloten worden op de warmteronde en restwarmtebronnen vervangen. Ten zuiden van Rotterdam liggen namelijk de beste kansen op (diepe) geothermie, terwijl de warmtevraag vooral in ten noorden ligt.